Jan-26: 1353 Tirol
Gisteren begon wat grauw met halverwege een korte bui en zon aan het eind van de dag. Vandaag (18 september) bleef die zon volop doorschijnen. Met weinig rugwind en 25 graden was het dan ook pima fietsen. Omdat de fietsroute langs de Inn in Oostenrijk me goed beviel, ging ik daarop nog maar een stukje verder. Dat fietspad ging samen met een grote autoweg, een spoorbaan en de rivier door een uitgestrekte vallei.
Alleen van de bergen aan weerszijde had ik ‘last’. Het vele autoverkeer voltrok zich op een behoorlijke afstand, daar had ik geen enkele last van. Maar die bergen -van zo’n 2500 meter hoog- leken me moeilijk neembaar. Dat hoefde ook niet. Na een kilometer of 18 kwam ik door Rattenberg. Een zeer klein dorpje waar een berg touristen vertoefden.
Die stonden net voor een leuk knikkerbaanplekje dat ik op de foto wilde nemen. Een gids sprak hen toe in het Frans en ik wachtte even tot het gepeupel vertrok. Dat liep iets anders. Een van de Fransen stapte op me af en begon een heel verhaal in het Frans af te steken. Gelukkig verstond ik hem redelijk. Deze club kwam uit Bretagne en daar heb ik in eerdere jaren ook behoorlijk rondgefietst. Hij dacht waarschijnlijk dat ik ook een Fransman was, want waarom bleef ik daar anders staan luisteren?
Iets verder zag ik een grappig lang uithangbord. Ook een methode om aandacht te trekken. Aan de andere kant van het dorp stonden 6 reisbussen. Waarschijnlijk waren hier meer touristen dan inwoners. Op een bankje langs de rivier goot ik nog wat vocht naar binnen. Daar sprak ik met een Frans stel uit de Elzas. Die spraken Duits en dat vind ik wel zo handig. Zij moesten met de bus mee. De plek was nog niet vrij of er kwam een man naast me zitten die in het Duits begon. Normaal doe ik daar leuk aan mee, zeker omdat ik hoorde dat het een Nederlandse Limburger was. Deze keer echter niet, ik had inmiddels al genoeg buitenlands gesproken. Dus ging dit gesprek in het Nederlands.
Vervolgens nog weer een heel stuk naar het westen stroomopwaarts gefietst. Net als Duitsland en Frankrijk heeft ook Oostenrijk een plaats met de naam Münster. Maar geen Munster te bekennen. Na Schwaz (wat ook wel een aardig plaatsje is) had ik dit mooie uitzicht. Moeiteloos kon ik zo mijn geheugenkaartje met foto’s vullen. Ik heb me dus een beetje in moeten houden.
Dat gaat dan weer lastig als je heel aparte fietsenrekken in Wattens ziet. Met daarbij een ijzeren gordijn. Dat spikspinternieuwe RVS-gordijn was van Swarovski, die hier in Alkmaar ook een winkel met glinstersteentjes heeft. Dat materiaal komt dus vanachter dat gordijn. Er is daar ook een heel park, maar daar had ik geen trek in. Ik heb weinig met dat spul en ben al jaren ketting- en ring-vrij.
Af en toe wisselde ik van Innoever en dat was maar goed ook. Zo stond ik zomaar voor een aardige stadsmuur. En toen ik daar door de poort ging lag er een zeer bezienswaardig stadje met de naam Hall in Tirol. Sinds Wasserburg had ik niet meer zo’n aardig stadje gezien. Leuke smalle straatjes en een kerk met daarnaast een reserve kerkje. Er waren niet eens zoveel touristen. Behalve dan weer een stel Fransen die er achter een gids aanliepen. Wat hebben die Fransen toch met Oostenrijk? In Duitsland kwam ik ze niet tegen.
Een uurtje later fietste ik in Innsbruck en dat viel deze keer zwaar tegen. Negen jaar eerder heb ik er al eens overnacht, toen ik via de Brennerpas naar Noord-Italië fietste. Deze keer was het er een puinhoop, alles lag zo ongeveer open en overal stond verkeer vast. Ik sjokte nog wat rond over het stadsplein en werd daar plotseling in het Duits aangesproken door een wildvreemde die mij ‘goed’ kende.
Hij kwam mij niet bekend voor. Zeker een leip die dat bij iedereen doet, of gewoon een flink misverstand. Ik stond hem toch maar netjes te woord. Maar wat bleek, het was die man uit München die in Mainburg aan die terrine met bleke worsten zat. Voor hem was ik met mijn fietskleren goed herkenbaar. Hij liep daar niet in fietskleren en had ook zijn vrouw niet bij hem. Voor mij refereerde dat dus een stuk lastiger. Toch zeker een leuk voorval. En uniek ook, de kans op zoeits lijkt me erg klein.
Eigenlijk wilde ik in Innsbruck overnachten, maar dat lukte niet. Er was een conferentie en alles zat vol. Ik zat daar niet mee. Zo aantrekkelijk vond ik de stad niet. Ik bedacht iets te zoeken in een volgend stadje. Maar dat viel tegen. Het werd al wat donkerder door een zonsachtergang. En net toen ik dacht: ‘Zal er nog wat komen?’ zag ik een bordje langs de fietsroute met ‘hotel 1200 meter’.
En dat klopte exact. De hotelier had het dus netjes nagemeten. Het hotelletje was ook erg netjes en de prijs was prima. En zo sliep ik in het gehucht Inzing. Gelukkig was het al redelijk laat, daar ik na zessen uit Innsbruck vertrokken was. In dit dorpje was alleen nog een kerk en dan hield het op. Het hotel had een restaurant en daar heb ik gegeten. Ik denk iets met vis, maar zou het niet meer weten.
Begin | Landkaartje | Vervolg
Geplaatst op 2010-01-26, in Zwerfmatig-9 en getagd als AUT, Hall in Tirol, Inn, Innsbruck, Inzing, Rattenberg, Schwaz, Stadsmuur, Stadspoort, Tirol, Toeval, Uithangbord, Uithangobject, Wattens. Markeer de permalink als favoriet. 7 reacties.
Schitterend die fietsenrekken. Daar zou je met plezier je rijwiel even aan vastmaken. Trouwens dat ijzeren gordijn hadden ze destijds beter in Berlijn neer kunnen zetten…
@Me!: Ik kreeg er een Audi-gevoel bij. :-)
Weer mooie foto’s, Xiwel. Leuke tocht. In Juni gaan wij de Elbe-Radweg doen. We beginnen in Dresden, en rijden dan richting Hamburg. Een week hebben we gepland, en we zien wel hoever we komen.
Erg leuk om je te volgen en die schitterende foto’s te zien.
Lijkt me idd erg mooi vestingstadje dat Hall.
@Bob: De Elbe heb ik in 3 stukken gefietst. Eerst kleine stukjes bij Stade, Glückstadt en Hambrur. In 2004 een klein stukje van Dessau naar Wittenberg. En in 2008 fietste ik tussen Magdeburg en Lauenburg. Tangermünde vond ik toen een mooie plaats. Stade trouwens ook, maar dat ligt dus ten noorden van Hamburg.
Van Dresden heb ik ook mooie verhalen gehoord, maar zover was ik nog niet gekomen. Probleem is dat er teveel mooie plekken zijn. :-)
@Dhyan: Een echte verstingstad zoals Naarden of Elburg is het niet echt. Het lijkt meer op Amersfoort, waar ook de muur voor een groot deel uit een gesloten huizenrij bestaat. Het leuke van deze plaats was dat niemand me er ook maar ooit iets over verteld heeft. Toen ik bij die poort stond dacht ik: ‘Ziet er leuk uit, dat ga ik eens van binnen bekijken.’ En vervolgens bleek er een heel aardig stadje achter te liggen met helaas 1 grote weg er op een verkeerde manier doorheen. Ondanks dat vond ik het mooier dan Innsbruck of Kufstein.
Weet je, Xiwel, het heeft helemaal niets met Tirol te maken, maar ik krijg door al die fietsverhalen zin om weer eens een lange tocht door Nederland te maken. Al sinds 1995 niet meer gedaan! Ik zou niet het druk bevolkte Westen kiezen, maar Overijssel, Limburg, dat soort streken.