Aug-06: De Soto made by Kew
Het bovenstaande vrachtwagentje kwam ik tegen op de oude gemeentegrens Egmond-Bergen. Het mag duidelijk zijn dat ie in de etalage staat en dat de eigenaar hem verkopen wil. Het is een De Soto uit 1958. Hermando De Soto was een Spaanse ontdekkingsreiziger en de Amerikaanse Dodge fabriek vernoemde een serie vrachtwagens naar hem.
Toch is deze niet in de USA gemaakt, maar in Kew een voormalig dorp dat inmiddels opgeslokt is door London. De fabriek heette ook Kew en maakte deze ‘Dodge P6’ ook onder de naam Fargo. Dit model is herkenbaar aan de zogenaamde papagaaienneus.
Geplaatst op 2013-08-06, in Regiomatig en getagd als De Soto, DeSoto, Dodge, Fargo, Het Woud, Kew, Melkbussen, Oldtimer, Truck, Vrachtwagen. Markeer de permalink als favoriet. 17 reacties.
Ik ken Kew van de Kew Gardens: als je van (historische) tuinen en kassen houdt, dan is dit een echte aanrader!
@Trijntje: Op 1 van de brochures staat Kew Surrey. Daaruit vermoed ik dat het Kew is bij de Kew Gardens. Mogelijk aan de noordkant tegen de Thames. Ik vond daar wel een oude plaatwerkerij, maar geen echte aanknopingspunten dat daar een vrachtwagenfabriek heeft gestaan.
Wat een leuk vrachtwagentje!
Die is wat te groot voor in mijn virtuele garage…
Bij ’t Woud?
@Blewbird tussen de Banweg em de Woudweg.
wel een blitz karretje, maar nog nooit van gehoord.
zijn die melkbussen ook te koop, leuke handel vlak voor oud en nieuw.
Eigenlijk is het ’n Dodge. En die naam was van twee broers die in 1900 in Detroit begonnen auto’s te maken. Ingelijfd in de Chrysler-groep (nu van Fiat). Bestel- en vrachtwagens van dit concern reden/rijden meestal met de naam Dodge, maar zijn ook in elkaar geflanst in bv. Mexico, Argentinië, Spanje en Engeland met namen als De Soto, Dodge, Leyland, AEC en Commer. Deze “papegaaienneus” was in Engeland zo populair dat Dinky Toys er (minstens) een model van heeft gemaakt.
De Britse Dodge-assemblage-fabriek stond inderdaad in Kew, nu een buitenwijk van Londen. In deze vrij kleine vrachtwagens zaten Engelse motoren, van Leyland en AEC.
Een niet onbelangrijk probleem bij het onderhoud van deze wagens is dat alle bouten en moeren de Engelse maten hebben, niet de meer gangbare metrieke. Je hebt er dus een complete set Engels gereedschap voor nodig.
P.S. De Chrysler-groep heeft ook het merk De Soto gekend, van 1928 tot 1961. Met die naam bracht het concern in de V.S. alleen personenauto’s voor de upper-middle-class. De “pikorde” was, van sjiek naar gewoon: Chrysler, De Soto, Dodge, Plymouth. In Europa werden deze woonkamers op wielen na de oorlog vooral gebruikt als trouw- en rouwauto’s.
@J. de Kat: Er stond in mijn stukje al dat het een Dodge P6 was. Waarschijnlijk een Dodge 100 P6, maar daar was ik niet helemaal zeker van. De Dodge/Chrystler-autogeschiedenis staat goed beschreven in wikipedia. Ik heb gekozen voor een andere link van een Engels verzamelaar omdat daar foto’s van dit model te vinden zijn.
Zelf kende ik De Soto niet als vrachtwagenmerk, maar wel als personenautomerk.
Wat mij het meeste opvalt is dat ik in Kew (oostelijk tegen de Kew Gardens) geen enkel spoor meer van een voormalige autofabriek kan vinden, geen museum of ook maar iets geparkeerd met een bordje er bij. Dat terwijl Engelsen ontzettend trots zijn op hun verleden.
Wel beschouwd, naar maatstaven van de Amerikaanse fabriek, was het helemaal geen Dodge, maar een assemblageproduct van voornamelijk Engelse onderdelen. De Chrysler-groep schikte zich op die manier naar de grillen van veel landen die hun werkgelegenheid beschermden door de import van complete auto’s te verbieden. Zoals Franco’s Spanje.
Chrysler ontstond uit de fusie van Maxwell in 1928 met Dodge. De merknaam DeSoto (zonder spatie) moest kopers in de zuid(west)elijke staten aanspreken. Dat was ook te zien aan de kleurcombinaties: veel zwart, geel, goud en wit; en meer chroomstrips en stiljen dan de zustermerken. Plymouth was bedoeld voor de noorderlingen en vooral grijs.
Ik denk dat de Dodge-plantage in Kew helemaal is ausradiert omdat het bepaald geen Engels erfgoed behelsde. De naam Dodge roept soortgelijke assocciaties op bij de Engelsen als Dutch.
@J de Kat: Op het embleem van de vrachtwagen staat ‘DE SOTO’, ofwel los zoals het ook bij de ondekkingsreiziger was. In de meeste Amerkaanse documentatie staat het aan elkaar als DeSoto. Amerikanen houden niet van losse voorzetsesl en veel wordt daar aangepast zoals Vandenberg. Mogelijk hebben de Britten met opzet De Soto weer los geschreven. Misschien ook wel als onderscheid tussen de vrachtwagens met die naam en de personenauto’s, die niet uit GBR kwamen. Zelf hou ik aan wat op de vrachtwagen staat.
Dodge kan je ook uitspreken als ‘dodgy’ en dat heeft een zeer kwalijke betekenis. http://www.merriam-webster.com/dictionary/dodgy
Ik heb nog even gesnuffeld in de mij beschikbare literatuur (uiteraard ook wikipedia).
De Olyslager Auto Library in het deeltje American Trucks of the Late Thirties:
DeSoto trucks, in feite Dodges, werden gemaakt voor bepaalde exportmarkten met kleine verschillen, in de naamplaatjes en de neus. Deze praktijk stond bekend als “badge-engineering”. De bedoeling daarvan was dat alle Chrysler dealers, niet alleen die van Dodge, de vrachtwagens konden verkopen.
Chrysler nam Dodge in 1928 over, maar fuseerde pas in 1933. In 1935 verdween “Brothers” uit het naamplaatje van de Dodges.
The Illustrated Encyclopedia of Trucks and Buses meldt dat P6 staat voor de Perkins dieselmotor die tot 1940 in 3-tonners werd gezet. Na de oorlog werd het de Perkins R6. Vanaf 1957 kregen de Britse vrachtwagens een Leyland- of een AEC-motor.
Dinky Toys bracht dit model overigens uit met de naam Dodge, dus niet als DeSoto
Grappig. Dit zijn neuzen van pickups en trucks, als ik het goed zie. Op de personenauto’s zijn De en Soto sinds 1940 wel consequent aan elkaar geschreven, zij het soms met een zo ruime spatiëring dat je evengoed D E S O T O kan lezen.
Voor die tijd was het geen (goed) gebruik om de merknaam duidelijk leesbaar voor op de auto te zetten.
@J de Kat: Het zijn alle 4 vrachtwagen(tjes) van 3 ton of meer met laadbak. Van pick-ups kon ik geen leesbare neuzenfoto’s vinden. Bij de personenauto’s hadden de eerste van rond 1930 DeSoto er op staat in zwierige letters aan elkaar, maar met iets meer ruimte voor de S. Rond 1940 veranderde dat in D E S O T O, wat later ook na circa 1960 op de vrachtwagens verscheen. In hun brochures van personen auto’s en vrachtwagens staat regelmatig De Soto losgeschreven in de tekst en op de bijgaande foto/tekening van de auto zie je het vervolgens aan elkaar staan. Kortom zeer inconsequent. Omdat het op die foto van mij los stond dacht ik dat dat het onderscheid was tussen de vrachtwagens en de personenwagens, maar dat is dus maar deels zo.
“maar zijn ook in elkaar geflanst in bv. Mexico, Argentinië, Spanje en Engeland met namen als De Soto, Dodge, Leyland, AEC en Commer” beetje onzin verhaal. Dodge en De Soto kwamen inderdaad uit Kew, maar de cabine werd gedeeld met Fordson (Engelse Ford) en Leyland en kwam zelfs via Ford bij Ebro in Spanje terecht. De Dodges hadden ofwel een eigen benzinemotor, of een Perkins diesel.