Jan-24: Via Zerbst
Maandag 15 september stapte ik voor de 7de dag op de fiets en wilde ik de Elbe oostwaarts volgen. Het was bijzonder grauw en mistig, maar wel ‘droog’. De temperatuur was ook niet erg aantrekkelijk, maar in de korte broek fietsen was goed te doen.
Misschien was het dit weer dat ik totaal vergat om in Schönebeck verder te zoeken naar hun kuuroord-gedeelte. Heb daar totaal niet meer over nagedacht en voor ik het wist reed ik op een zeer smal fietspadje over een rivierdijk, die ik helemaal voor mezelf had. De mist gaf het een aparte sfeer en zonder mist zal het er ook mooi zijn. Ik slingerde zo tot Glinde en daar kon ik niet verder.
Dit gehucht was ontsloten met een iets grotere weg zuidwaarts, maar ook die had ik (op 1 auto na) geheel voor mezelf. Niet veel verder was Barby, dat er wel aardig uitzag. Hier stond ik in tweestrijd; zou ik de Saale volgen zuidwaarts, of ging ik verder langs de Elbe oostwaarts? De Elbe had ik hier al eens gevolgd tussen Dessau en Lutherstadt-Wittenberg. Destijds was ik de Saale bij Rothenburg overgestoken en wist dat daar een prachtig fietspad langs lag. Zo’n fietspad vond ik niet bij Barby en uiteindelijk zorgde het weer ervoor dat daar het pontje nam en op Zerbst afstevende.
Dus verliet ik de Elberoute die hier naar het zuidoosten gaat en ging ik pal west het mooie weer tegemoet. De wegen waren hier al net zo verlaten, maar wel wat slechter van kwaliteit. Via Güterglück kwam ik in Zerbst. Onderweg was de mist compleet opgelost en in Zerbst brak de zon door. Ik heb ook lekker in het zonnetje gezeten bij hun ruïnekerk. Verder waren er nog stukjes stadsmuur en uiteindelijk nam ik een oud elektriciteitstorentje met trapgeveltjes op de foto.
Een man die daar rondbanjerde sprak me aan. Hij dacht dat ik hun Francisceum op de foto nam. Door het poortje was de oudste school voor voortgezetonderwijs in Sachsen-Anhalt en die werd nog goed gebruikt, regelmatig fietste er een scholier in of uit. De man zelf was de conciërge en hield er zo tussen de middag een oogje in het zeil. Door simpelweg zo’n e-torentje te fotograferen belande ik zomaar in een onderhoudend gesprek.
Niet veel later fietste ik verder langs de grote weg naarr Rosslau. Reden was een goed fietspad en zo druk was deze weg nu ook weer niet. Van Roslau zelf hwad ik meer verwacht. Op deze manier fietste ik langs de noordoever van de Elbe, waar ik 10 jaar eerder langs de zuidoever ging. Dit was duidelijk niet de touristische kant. Deze weg was drukker en had geen fietspad of een fietsalternatief. Het was dus opletten, maar zo een stuk door een bos fietsen had voor de verandering ook wel wat.
In Coswig trof ik allemaal fietsers die de bewegwijzerde Elberadweg volgden. Het is schijnbaar de bedoeling dat ze daar het pontje naar Wörlitz nemen, maar dat was niet zo goed aangegeven. Wörlitz had ik destijds al bekeken en die Elberadwegfietsers gaven me het vermoeden dat ik nu wel een mooi fietspad aan de noorkant kreeg richting Wittenberg. Meer dan wat stukje fietspad langs de grote weg werd het aanvankelijk niet. Halverwege veranderde dat en werd ik door wat klein dorpjes geloodst.
In Lutherstadt-Wittenberg hield dat op en moest er weer langs een drukke weg worden gefietst. Best overkomelijk daar ik wist dat die stad een aardig centrum heeft. Dat centrum bleek zelfs nog aardiger. Vrijwel alles autovrij en er waren grappige smalle grachtjes aangebracht, met daarlangs fietshekjes. Dwz ik vermoedde dat en vroeg het voor de zekerheid aan een vrouw die uit een supermarkt naar haar fiets liep. Zeker een aarige optie die hier goed werd benut.
Door de Elberadweg en de historie van deze stad zijn hier erg veel fietstouristen. Maar ook de inwoners zelf fietsen er enorm veel en voor een stad zonder universiteit is dat in Duitsland opvallend. De fietstouristen kon je eenvoudig herkennen aan hun bagage en fietshelmen. Van de locale fietsers (zonder fietstas of fietskleren) droeg er niet een een helm. Dat bevestigde m’n eerdere ervaring in Duitsland. Bij steden met veel fietsgebruik zie je veel minder fietshelmen. Deze keer nam ik de tijd om dit te aanschouwen op een eenvoudig terrasje van een soort afhaalchinees.
Ik zag daar iemand zitten met een grote fles bier en niet veel later had ik ook zo’n fles uit de koelkast gehaald en zat een tafeltje verder te genieten van het mooie weer. Inmiddels was het een graad of 24 geworden. Door aan het bier te gaan had ik eigenlijk ook besloten om hier te overnachten. Ik had 86km gefietst en het was nog geen 4 uur, maar ik vond het genoeg en verwachtte hier wel een goede slaapplaats te kunnen vinden.
Dat was ook zo. Hun VVV was nog open en ze verwezen me naar een B&B net buiten het centrum. 33 euro inclussief een goed ontbijt vond ik prima en was de goedkoopste tot nu toe. De kamer en douche waren goed voor elkaar. Door hier te overnachten vielen me 2 grote muurschilderingen op, die je van de weg vrijwel niet kunt zien. Een zat tegen de B&B en de andere tegen een groot huis daarnaast.
Een uurtje later liep ik gedoucht terug naar het centrum waar het al flink rustiger werd. Na wat rondkijken werd het dezelfde Chinees en heb ik er buiten op hun terasje gegeten. Ze hadden erg veel keuze aan kleine maaltijden, precies wat ik zocht. Het enige ‘probleem’ was dat ze om 8 uur sloten. Niet veel later zat ik op een ander terras van een soort eetcafé, die wel langer open bleef. En voor de verandering liet ik ook hier maar een paar van die grote flessen bier aanrukken.
Begin | Landkaartje | Vervolg
Geplaatst op 2015-01-24, in Kunstmatig, PEN-matig, Zwerfmatig-14 en getagd als Coswig, e-Toren, Elbe, Fietshekje, Fietsparkeren, GER-ST, Luther, Mural, Poortje, Raadhuis, Unesco, Wittenberg, Zerbst. Markeer de permalink als favoriet. 3 reacties.
Wittenberg is niet geheel zonder universiteit: de universiteit van Halle heeft er een flinke dependance. Het geheel heet: Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg.
@Emigrant: Het was me niet opgevallen. Via hun website kan ik niet vinden welk deel in Wittenberg is. Via een Campus-website van Wittenberg lees ik dat er het HoF (Institut für Hochschulforschung) en een instituut voor spraak in de binnenstad zitten op plekken waar ik langs ben gekomen. Ik schat dat het om 230 tot hooguit 460 van de 23.000 studenten gaat, waarvan dus bijna alles in Halle zit. Maar helaas zulke cijfers kan ik niet terug vinden.
Dat valt me overigens vaker op. Ik ben ook wel eens bezig geweest met de vraag hoe de studenten van het Horizoncollege over Alkmaar, Heerhugowaard en nog wat andere plaatsen zijn verdeeld. Zou zoiets ‘klassified’ zijn? ;-)
In Wittenberg zitten overigens veel (technische) vervolgopleidingen die niet aan de Uni-Halle-Wittenberg verbonden zijn.
Dat trafohuisje is wel uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Lijkt me heel erg oud te zijn. Trouwens de muurschilderingen kunnen me ook wel bevallen. Dat deden ze vroeger ook om reclame te maken.