Site-archief
Nov-19: Dag-10 Oostwaarts
In Vesoul heb ik de volgende morgen een broodje in zo’n broodjeszaak zonder stoelen gehaald en vervolgens opgegeten in een mooi café waarvan ik de indruk had dat die brodeloos was. Dat had ik mis, ik zag er anderen met succes een vergelijkbaar broodje bestellen. Maar goed dat ik wat achteraf zat, achter een brede pilaar, met m’n broodje in zo’n stokbroodzak. Kortom minder opvallend gegeten omdat ik niet weet hoe vooral de bediening (die daar zowaar ook rondliep) er op zou reageren. Ik zat binnen omdat het terras al vol zat met schijnbaar 1 grote familie. Dus kinderen, oma’s en mogelijk een buurman of -vrouw. Iedere Fransman geeft een bekende man ‘s-ochtends een hand en een vrouw een zoen. Daar kijk ik niet van op. Maar als jonge mannen een opa zoenen, dan is er toch eerder een familieband. Het schoof af en aan en ik had van binnen een mooi uitzicht op deze terrastoelendans.
Net na het geld pinnen zag ik een postbode met e-bike, dus eigenlijk een e-post. Franse postbodes, maar ook prullebaklegers in o.m. Lille gebruiken steeds meer een elektrisch ondersteunde fiets. Gewone fietsers kwam ik deze dag vrijwel niet tegen en ook geen racefietsers of (op deze postbode na) e-fietsers. Ik ging vanaf hier noordwaarts richting Vogezen. Niet dat ik stoer wilden doen door daar dwars overheen te fietsen, maar omdat Luxeuil-les-Bains er tegenaan ligt. Op een foldertje in het hotel had ik begrepen dat dit de meest bezienswaardige badplaats in dit gebied moest zijn.
Lees de rest van dit bericht