Site-archief
Jan-30: Torgau of Verder
Net als de voorgaande middag was het op dinsdag 16 september in Lutherstadt-Wittenberg prachtig fietsweer. Het werd 23 graden, vrijwel onbewolkt en wat oostenwind. In de ochtend was het al een stuk warmer dan ik de afgelopen dagen gewend was geraakt.
Langs de Elbe ligt daar een prachtig fietspad en her en der zag ik ook af en toe een fietser. Ik fietste nu in een deel van Duitsland waar ik nog niet eerder was geweest. De vorige keer dat ik door Lutherstadt-Wittenberg fietste ging ik richting Jüterbog en Poolse grens. Na een kilometer of 13 oostwaarts ging het echter goed mis. Ik lette even op een ander en niet op het prachtig vlakke fietspadasfalt. Dat had ik beter wel kunnen doen. Nu reed ik m’n achterband door midden over een halve bierfles. Dan helpt een reserve binnenband niet. Het werd dus lopen en maar afwachten of ik een fietsenmaker zou vinden.
Lees de rest van dit bericht
Jan-24: Via Zerbst
Maandag 15 september stapte ik voor de 7de dag op de fiets en wilde ik de Elbe oostwaarts volgen. Het was bijzonder grauw en mistig, maar wel ‘droog’. De temperatuur was ook niet erg aantrekkelijk, maar in de korte broek fietsen was goed te doen.
Misschien was het dit weer dat ik totaal vergat om in Schönebeck verder te zoeken naar hun kuuroord-gedeelte. Heb daar totaal niet meer over nagedacht en voor ik het wist reed ik op een zeer smal fietspadje over een rivierdijk, die ik helemaal voor mezelf had. De mist gaf het een aparte sfeer en zonder mist zal het er ook mooi zijn. Ik slingerde zo tot Glinde en daar kon ik niet verder.
Dit gehucht was ontsloten met een iets grotere weg zuidwaarts, maar ook die had ik (op 1 auto na) geheel voor mezelf. Niet veel verder was Barby, dat er wel aardig uitzag. Hier stond ik in tweestrijd; zou ik de Saale volgen zuidwaarts, of ging ik verder langs de Elbe oostwaarts? Lees de rest van dit bericht
Jan-23: Langs de Elbe
In Haldensleben was ik op 14 september nog maar een klein stukje van de Elbe verwijderd. Het was 18 graden, bewolkt en droog, dus lekker fietsweer. Als eerste ging ik naar Magdeburg, dat was nog maar een kilometer of 20. Alleen niet op mijn manier. Ik wilde in Vahldorf rechtdoor, maar dat was niet meer dan een karrespoor zonder bewegwijzering.
Dus maar terug en poging wagen aan de zuidkant van het Mittellandkanal. Dat ging beter. Langs het kanaal lag een soort fietspad, maar ook dat was zeker niet de kortste route. Erg was dat niet, op deze zwerfmanier kom je op plekken die je anders nooit bezocht zou hebben. Dus na 33 km fietsen stond ik voor de Dom van Magdeburg. Enkele meters eerder had ik hun putdeksel op de foto gezet.
Lees de rest van dit bericht
Jan-17: Richting Magdeburg
De volgende ochtend trof ik een zeer goed ontbijt. Normaal is dat in Duitsland al prima, maar hier was goed te merken dat dit hotelletje niet alleen een ster meer had vanwege de lift. Mijn plan om nu pas wat foto’s in de stad te maken was minder geslaagd. Het was zwaar bewolkt en dat bleef de hele dag zo. Er viel af en toe een klein beetje regen uit en de 17 graden was ook goed te doen, maar de foto’s moest ik qua belichting flink ophalen. Best jammer, want de dag ervoor was het mooi zonnig en toen had ik ook al wat foto’s in Braunschweig kunnen maken.
In elk geval een aparte stad met een slot, dom en eigen putdeksels. Drie dingen die ik zo’n beetje verzamel op dit blog. Het oude centrum van Braunschweig is ook een soort citadel in de Oker, een riviertje dat ik al eens eerder overstak in de plaats Oker net ten oosten van Goslar. De typische citadel-achtige vorm is alleen vanuit de lucht te zien. Op de grond is het niet meer dan een klein slingerend riviertje met veel groen er om heen. Na m’n rondje door de stad wilde ik richting Wolfsburg en daarna richting Elbe bij Magdeburg. Inmiddels had ik bedacht dat ik de Elbe ten zuiden van Lutherstadt Wittenberg nog nooit had bekeken en met Dresden is schijnt dat dat deel erg mooi is. Via Magdeburg was het nog maar 100km tot de Elbe en ik ging deze dag kijken hoe ver ik kwam.
Lees de rest van dit bericht
Nov-05: 0970 Wittenberge
Zondag 21 September begon erg grauw en regenachtig. Maar net toen ik het station van Burg gevonden had, stopte de regen. Dus probeerde ik weer de fietsroute langs de Elbe op te zoeken. Dat lukte wonderwel. In een rechte streep fietste ik over een mooie weg naar Blumenthal. Daar hield de weg op. Ik vond er nog een prutpadje naar de dijk langs de Elbe en over die dijk ging de Elberadweg.
Dat was echter net zo’n prutpad en die was er niet prettiger op geworden door de regen. Bij de eerste de beste mogelijkheid (een dikke kilometer verder bij Parschau), hield ik het dan ook voor gezien. Daar wist ik een normale K- (Kreis-)weg te vinden, die goed geasfalteerd en lekker leeg was. Ik bleef deze weg volgen, die steeds droger werd, en zag het weer helemaal zitten. Dus op naar Jerichow, waar het gebied rond Burg (Jerichower Land) naar vernoemd is.
Nov-02: 0849 Magde-Burg
In Sangerhausen was het ochtends maar enkele graden warmer, maar dat had niet mijn aandacht. Als eerste bekeek ik goed mijn achterwiel. En wat ik gistermiddag al dacht; ik had een onthoofde spaak. Bij deze fiets, die behoorlijk dikke spaken heeft, was dat de eerste na zo’n 15.000 km. De boosdoener was waarschijnlijk dat stuiterpad tussen Hassleben en Sömmerda. Na wat heen en weer karren en veel rondvragen had ik zo ongeveer de hele stad bekeken en niemand wist me ook maar iets te wijzen wat op een fietsenmaker leek. ‘Nee, die hebben we hier wel gehad’ was het best haalbare resultaat. Doorfietsen met een gebroken achterspaak leek me niet verstandig, want dan gaan er vast nog een paar.
Rond half 11 pakte ik daarom de trein naar Magdeburg. In die grotere stad zal zeker meer te vinden zijn op fietsgebied. Zoals gebruikelijk sleepte deze regional express ook een hele fietsenstalling mee en er was voldoende ruimte voor mijn fiets. Toch moest ik daar nog een klein ‘gevecht’ voor leveren. Alle klapstoeltjes in het fietsendeel waren bezet door een stel jongeren die het midden hielden tussen rockers en voetbalsupporters. De rest van de trein was helemaal niet zo vol. Uiteindelijk gingen 3 van deze figuren op een andere plek zitten, zodat mijn fiets kon staan waar die hoorde. Zelf ging ik iets verderop zitten en had ik door de hoogte goed zicht op m’n fiets.
Okt-30: 0804 De Gera
Vier graden was me (op vrijdag 19 September) toch echt wat te koud. In de nacht had het zelfs gevroren. Uit de weerberichten begreep ik dat ik het koudste deel van Duitsland had gevonden, en dat zou nog wel een paar dagen zo blijven ook. Uit diezelfde weerberichten begreep ik dat Bayern niet zoveel beter was en dat ik naar het lagere noorden moest om iets aan die barre ochtendtemperatuur te doen. Dat moest ook wel, want ik wilde geen wanten kopen.
Met een langebroek over m’n fietsbroek tufte ik eerst richtig Wechmar. Dat is de plaats waar mijn zwager en zuster vaker komen vanwege hun achternaam. Om 10 uur was het Stamhaus van Bach nog niet open en in het bijkans verlaten dorpje kon ik geen Nederlands kenteken ontwaren. Achteraf hoorde ik dat mijn zwager en zus daar 3 dagen later zouden overnachten.
Fietsvakantie 2004 deel 2
Ik was inmiddels in de Harz gekomen en het voormalige Oost-Duitsland in. De asfalt-wegen en -fietspaden bleven prima van kwaliteit, wat mij de moed gaf om verder oostwaarts te fietsen. Wernigerode vond ik ook erg mooi. Daar begon de HSB (Harzer SmallSpurbahn). Om die te nemen moest ik een paar uur wachten. Dus volgde ik zelf die route op de fiets richting Brocken-berg. Onderweg had ik een stoomtreintje of 3 ingehaald, ondanks het stijgingspercentage van gemiddeld 4%.
Bij de voorlaatste halte wilde ik op 800 meter hoogte nog een klein stukje met zo’n trein meetuffen naar de top. Voor die 5km moest ik echter 22 euro betalen. Dat bedrag gold voor de hele lijn vanaf Wernigerode. Dus maar weer op de fiets verder. Dat hield dan ook meteen weer op, omdat er een langdurige bui over deze hoogste berg van de Harz kwam. Na anderhalf uur koffieleuten in Schierke was de bui weg en de temperatuur ook. Op een dergelijke kou (12 graden) had ik niet gerekend, dus snel bergaf richting warmer.
Met een flinke snelheid reed ik naar Quedlinburg. Ook dit is een Unesco-erfgoed. Hier wonen de meeste mensen met de duitse versie van mijn achternaam. Oude kerkhoven of grafstenen kon ik er niet vinden. De stad was trouwens erg verlaten door een jaarlijks feest in Aschersleben. De prijzen voor accommodatie waren een stuk (50%) hoger als in Goslar, terwijl ik die stad toch een stuk mooier vind. (Destijds ‘spaarde’ ik nog geen putdeksels. Geen idee of me die van Quedlinburg destijds zijn opgevallen. Gelukkig stuurde Margo rond 2010 haar versie.)
Ik was nu in het oorsprongs-gebied van onze naam beland. Zo ben ik door Pansfelde en Abberode gegaan. Dit zijn gehuchten waar geen winkel of kroeg te vinden is. In dit bosrijke gebied was het wel heel lekker fietsen. Vrijwel alle plaatjes eindigen daar op rode wat met rooien van bomen van doen heeft. Net buiten Abberode stuitte ik op de naam Tilkerode. Dit is een gehucht dat onder Abberode valt. In het Archief van Leipzig staat dat de naam Pilgenroth rond 1550 als eerste voorkwam “bei Abberode”. Misschien wordt hiermee wel Tilkerode bedoeld. Bij de overlijdens-advertentie van mijn overgrootvader heeft de Alkmaarse Courant onze naam ook eens structureel vervormd tot Tielkerood. Dat geeft te denken.
Het weer was weer prima en de wind was nog steeds vanuit het westen. Met de uitlopers van de Harz mee ging ik richting Saale. Daar was plotseling weer zo’n tropische bui. Ik was net op tijd om bij het pontje van Rothenburg te schuilen in een leuk Thai’s café. Daar had ik goed zicht op de veerpont die ontzettend vaak (met maar 1 fietser of auto) overstak. Als je aan boord was ging ie meteen weg; menige Metro houdt zijn deuren langer open. Langs de Saale was trouwens een prachtig fietspad. Daar had ik niet veel aan omdat ik naar het oosten wilde. De buien zaten op dat moment ook flink tegen.
Op een heuvel moest ik me uit de voeten maken aangezien het flink onweerde en ik het hoogste punt was. Deze keer kon ik geen goede schuilplaats vinden. Gelukkig hield de regen op en kon ik me richting Köthen droogtrappen. In dat plaatsje kon ik nog een zeer ouderwets hotel vinden, met ouderwetse prijs. Midden in de stad was ook een prachtig restaurant in de Raadskelder. Verder was er het jaarlijkse koeienfeest gaande. Kortom wat wil een mens nog meer…
Bij Dessau zag ik de Elbe, waar het een flink drukker was met Zondagse fietsers. De topplaats was Wörlitz waar alle terrassen afgeladen waren met lavende fietsers. Ik heb niet begrepen waarom deze plaats zo populair was. Van Lütherstadt Wittenberg kon ik dat wel begrijpen. Ook daar heel veel fietsers. Het was nog vroeg en het weer was mooi zonnig dus trapte ik nog even door richting Jüterbog. Op nog geen 5km van de Elbe waren alle medefietsers verdwenen, ondanks dat hier een prachtige recreatief fietspad was.
Inmiddels had ik Sachsen-Anhalt verruild voor de deelstaat Brandenburg. Daarin raast het van de windturbines, hele velden staan er mee vol. Het aantal grote windmolens per inwoner is daar zeker een factor 1000 hoger vergeleken met Noord-Holland. Ook zag ik regelmatig Rapsol bij tankstations staan. Later begreep ik dat 30000 Duitsers op deze Koolzaad-brandstof rijden. Nederland heeft er ook wel 5. We lopen rijden dus wel wat achter. Op mijn fiets zit ik trouwens nog een stuk beter als het om de CO2-uitstoot gaat.
Voor het eerst had ik met deze fiets een lekke band. Achter knalde mijn binnen- door een scheur in de buitenband. In Dahme had ik nog een fietsenwinkel gezien, dus ben ik even 5km teruggelopen. Ik werd er meteen prima geholpen. Van dat kleine stukje lopen kreeg ik later wel blaren. Van de 800km fietsen had ik totaal geen last. Dat terwijl ik gewone schoenen gebruik voor het fietsen en lopen.
Via Luckau belandde ik in het stromingsgebied van de Spree, waarin ik een mooie herberg vond. Het was een boothuis met een (lege) jeugdherberg en een aantal prima “hotel”-kamers met alle voorzieningen en uitzicht op de Spree. Dit was in Beeskow dat prachtig opgeknapt was. Alsof alle gebouwen zo uit de winkel kwamen. Onderweg heb ik heel veel Oost-Duitse plaatsen gezien die net gerenoveerd waren of waaraan hard gewerkt werd.
Bij Frankfurt stak ik de Oder (of Odra) over om een klein stukje Polen mee te maken. De weg ging redelijk, maar de bebouwing zag er een stuk minder uit. Bij Kostrzyn keerde ik weer terug naar Duitsland. Inmiddels had ik dus besloten om verder noordwaarts te gaan. Dat bleek niet zo handig, want daardoor trof ik een flink noordwester tegenwind. In de zogenaamde Oderbruch is het helemaal vlak met lange slingerende rivierdijken. Daar kan je prachtig over fietsen. Het landschap en weertype verschilt dus weinig met Noord-Holland Noord. Die straffe wind joeg me al snel van de rivierdijk af, waardoor ik meer door kleine dorpjes fietste.
In die dorpjes spreek je ook zo af en toe iemand. Zo zat ik heerlijk wat te drinken op een bankje en begon er een 70-jarige inwoonster haar levensverhaal te vertellen. Zij was opgegroeid in het Poolse Stettin en door de latere grenswijzigingen op duits grondgebied beland. Later die avond, in Bad Freienwalde, werd me in de kroeg kwalijk genomen dat ik teveel in de Sie (U) vorm praatte. Ik heb uitgelegd dat dat gewoon gemakzucht is, aangezien de vervoegingen daardoor eenvoudiger zijn. Het maakte voor mij weer eens duidelijk dat Duitsers de laatste jaren flink aan het veranderen zijn. In Oderberg zag ik een leuk Radarschip op de wal naast de Alte Odra. Toen ik daar lekker in het zonnetje zat, trok een pools binnenvaartschip mooie golven in die rivier.