Site-archief

Mrt-10: 17 De Limburgen

Op 29 september vertrok ik alsnog richting België. Ik had daar inmiddels een leuk ideetje voor bedacht om op het smalste stuk bij Sittard Nederlands-Limburg te doorkruisen. Dat ging eigenlijk best goed via Gangelt. Volgens hun infobord moest hier ook een touristische stoomtrein zijn, maar zelfs een station heb ik niet kunnen vinden. Verder was het er wel aardig fietsen, maar meer ook niet.

Het was wederom zo’n 27 graden en ik had een beetje voor de wind. De bundesweg-56 was me net wat te groot en daarom fietste ik over parallelwegen, wat bij Mindergangelt misging. Ik kon rechtdoor een wildpark in, of rechtsaf een twijfelachtig landweggetje op of toch maar vroegtijdig Nederland in. Ik koos voor het laatste en kwam zo door Jabeek. Vandaar werd Sittard goed aangegeven en fietste ik het laatste stuk op mijn eigen manier om verkeerslichtloos in het centrum uit te komen.

Daar was een drukke markt en de terrassen zaten stampvol. Ik wilde er toch wel koffie bijtanken, vergezeld van een punt vlaai. Daartoe wurmde ik me door het terras en vond zo nog een lege stoel. Aan dat tafeltje zat dus ook iemand anders. Een man die in Duitsland (maar een klein stukje over de grens) woonachtig was en redelijk Nederlands sprak. Hij kwam vaker in Sittard en was het met me eens dat het een mooie en gezellige stad is.
Lees de rest van dit bericht

Advertentie

Jul-31: 2a Dronten-Kampen

De volgende dag wilde ik het kort maken, hooguit 80km, om niet opnieuw last te krijgen van kramp. Via Swifterbant en de Ketelbrug kwam ik in de Noordoostpolder. Ik wilde nog even in Urk kijken, maar ook vanaf deze kant werd dat tegengewerkt. Het fietspad er naartoe was afgesloten.

De Urkers moeten er wel een bende van gemaakt hebben om mij zo stuctureel de toegang tot hun dorp te ontnemen. Dan toch maar direct via Nagele naar Emmeloord. Hier was ik nog nooit geweest en zo te zien was dat geen gemis. Mijn neef was stratenmaker, maar ik kon hem helaas niet op z’n kop geven voor de belabberde straten en dito betegelde fietspaden. Hij en zijn vrouw waren op vakantie. Niet dat dat zo erg is, zo heb ik een mooie reden om nog eens een keer langs te gaan als de boot naar Urk weer in de vaart is.

Via Marknesse reed ik Flevoland uit en Overijssel in. Meteen nam ook het aantal fietsers flink toe. Het was wederom schitterend en heet weer en Blokzijl bleek een heel aardig plaatsje te zijn. Hier trof ik ook weer de knooppuntroutebordjes die ik in Flevoland niet gezien heb.

Ook Vollenhove ziet er leuk uit, net als Zwartsluis, Genemuiden en Hasselt. Ik deed het rustig aan en slingerde wat over de oude dijken. In Hasselt hadden ze een handige oplossing bedacht om een kerktoren wat beter op de foto te krijgen. Ik heb er een kleine siësta gehouden en bedacht of ik naar Zwolle of Kampen zou gaan.

Zwolle was inmiddels dichterbij, maar naar naar Kampen zou ik de wind in de rug hebben. Die laatste optie won, ik had al genoeg tegenwind gehad. Het laatste rechte stuk door Mastenbroek ging dan ook met 40km/h. Ik bedacht er maar de weg te nemen, zoals de brommers moeten/mogen. Daarbij was de prachtige weg leeg en het smalle hobbelige fietspadje vol met fietsers die schijnbaar niet voor de wind hadden.

108km later was ik dus alsnog in Kampen. Volgens mij had dat korter gekund, maar zeker niet mooier.

(beginRoutekaart met foto’svervolg)