Site-archief
Nov-19: Maastricht – Midden
Terug langs de Jeker belandde ik weer bij de stadsmuur, waar een berenkuil veranderd was in een giraffekuil. De beren liepen hier tussen 1970 en 1991 in rond. Ik zwierf nog wat verder en kwam zo door wat leuke kleine straatjes en trof daar een watermolen. Of eerder een soort maalderij waarvan de deur uitnodigend open stond. Kon er doorheen lopen en zag aan de andere kant een waterrad die aangedreven werd door de Jeker. Via wikipedia begrijp ik dat deze watermolen behoorlijk op leeftijd is. Voorheen maalden ze er vooral mout voor bier. Sinds 2005 maalt ie spelt.
Gisteravond (18 nov) ben ik toch nog eens gaan zoeken waar de Jeker begint. Tot mijn verbazing was dat in Wallonië (waar ie Le Geer heet), zo’n 30 km ten westen van Luik. Via een soort sifon gaat ie onder het Koning Albert Kanaal door. Dat kanaal ligt een meter of 4 hoger, maar dat is onvoldoende voor een volwaardig aquaduct.
Nov-18: Maastricht / Jeker
Anderhalve maand geleden benutte ik m’n vrijtreinendag in Limburg. Het was geen fantastisch weer, maar ik wilde er op uit. Eigenlijk bedacht ik eerst maar eens ‘s-Hertogenbosch beter te bekijken. Daar zou ik net de bui van die dag gepasseerd zijn. Het zag er daar droog uit, maar omdat het nog vroeg was bedacht ik toch maar te blijven zitten tot Maastricht. Misschien was het daar nog wel droger? En op de terugweg kon ik altijd nog Den Bosch aandoen.
In Maastricht was het redelijk weer, droog, maar net als onderweg wat grauwig. Op de Sint Servaasbrug lopend zag ik een binnenvaartschip met de toepasselijke naam L’Equinoxe. Een paar dagen eerder vond dat dus plaats. Over de brug bedacht ik niet rechtdoor het overbekende centrum in te lopen. Dat had ik al eens gedaan te voet en op de fiets. Rond 1983 heb ik er zelfs een week, voor werk bij Luik, in het centrum aan de Markt overnacht. Toen kwamen we ook niet veel verder dan het centrum en het café Den Vogelstruys.
Sep-16: 0230-Zitterd
Na een uurtje geThornd te hebben vond ik het wel welletjes. Ik heb nog overwogen om er een slaapplaats te zoeken. Dat leek me niet moeilijk. Maar eigenlijk was het nog te vroeg en ondanks de grijzerwordende lucht leek het me wel wat om nog een stukkie verder te fietsen. Mijn ‘conditie’ sputterde nog niet tegen, ik had zelfs geen zere gat opgefietst van de vele Thornse kasseien.
Niet veel later stak ik dan ook bij Wessem de Maas over richting Maasbracht. Wessem is ook een leuk plaatsje, en de kermis maakte het er nog gezelliger. Bij de brug over de Maas was het de bedoeling dat ik een lus van een kilometer moest maken. Ik vond de traproute een stuk gunstiger en omdat ik maar 8kg bagage bij me heb, is het fietssjouwen prima te doen.
Fietsvakantie 2003 deel 1
Fietsvakantie 12 Mei – 1 Juni 2003.
Net als een jaar eerder, bedacht ik ook nu naar Schotland te gaan om hun millennium-aanwinst te bekijken. Door de stijging van de Euro was het daar een stuk goedkoper geworden. Helaas regende het er flink en dat zou nog veel meer worden. Koud was het er ook, dus op het laatste moment heb ik (op maandag 12 mei) toch maar de trein naar Maastricht genomen. Niet dat de vooruitzichten daar zoveel beter waren, maar ik kon er op z’n minst nog een trein pakken richting warmer.
Het viel er mee, geen regen en een graad of 17. Prima voor een klein stukje infietsen. In de laatste maanden was ik niet verder gekomen dan een paar ritjes van 30km. Op de Belgische TV had ik rond kerst iets gezien over een mini-stadje genaamd Durbuy. Het leek me leuk om dat eens te bekijken. Ik wilde Luik ontwijken, maar dat lukte niet erg. Voor ik het wist reed ik door Jupille, wat het bier-voorstadje van Luik is. Dan maar eens goed het centrum van Luik bekijken, en dat viel best mee. Een deel lag op een eiland in de Maas.
Vanaf Liège was een mooi en rustig fietspad langs de Ourthe. Durbuy was me net te ver. In Poulseux – een gehucht met 1 kroeg, 1 frituur, 1 stationnetje – stond ook 1 nieuw hotel. Na bijna 80km kwam dat goed uit. De volgende morgen zag ik dus Durbuy. Het stadje was inderdaad heel aardig met een aantal leuke oude straatjes en een slot. Verder veel veel-sterren Hotels en een berg oudere bezoekers.
Tot Hotton heb ik de Ourthe gevolgd, daarna kwam ik bij de Lesse terecht. In Rochefort heb ik overnacht. Best een aardig stadje. Iets verder lag het bekendere Han, maar daar was in de vroegte weinig te beleven. Het weer was nog goed, dus maar genieten van de groene Waalse Ardennen. Dit bosrijke deel van Wallonië is vrijwel geheel leeg. Ik fietse op een prachtig N-weg waar ik hooguit 1 auto per kwartier zag. Voor Rochefort had ik al een paar felle buitjes gehad, maar dat was niets veregeleken met de bui die in de Franse Ardennen trof. Flink wat bliksem en een witte weg van de hagel. Gelukkig duren dit soort hevige buien zeer kort en even later was het weer weer prima en vooral zonnig. In Charleville-Mézières was ik lang geleden al eens geweest, ik herkende er weinig. In het centrum vond ik mooi achteraf hotel waar ik alleen vogels hoorde fluiten, van het drukke autoverkeer was niets te merken. Donderdag 14 mei wilde ik naar Soissons gaan, daar schijnen wat mooie oude kerken te staan. Met 23 graden was het lekker fiets weer.
Bij de Aisne aangekomen hoefde ik alleen maar met de wind in de rug zo’n 70km naar het westen. Helaas trof ik een flink gat in het asfalt. Dwz ik zag dit gat te laat en wist m’n voorwiel nog net op te trekken. Het achterwiel ging er vol in. Met een gangetje van 30km/h en 10kg bagage was dat fataal voor een spaak. Daarbij liep het wiel aan. Zelf kon ik de slag er maar gedeeltelijk uit krijgen. De spaak die aan de tandwiel-kant zat was doormidden gescheurd. Langs de Aisne was geen fietsenmaker te vinden. Garages konden me ook niet helpen. Na 15km kwam ik een fietsend echtpaar tegen wat uniek is want dit waren zo ongeveer de eerste fietsers die ik na Maastricht zag. Zij hadden prachtige nieuwe racefietsen en loodsten me naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker, zo’n 25km zuidelijker in Reims. Het bleek dat zij fietsen voor deze winkel aan het testen waren. De zaak had net zoveel fietsen als de 5 grootste fietsenwinkels van Alkmaar bij elkaar. Dit was zeer strijdig met de afwezigheid van fietsers in (en rond) deze busstad. Ik werd wel meteen geholpen en was blij toe.
In Reims was het inmiddels 17 uur en ik besloot er te overnachten; Soissons moet maar wachten op een volgende keer. In 2001 was ik ook al in Reims geweest en had ik er de grote cathedraal van binnen bekeken. Nu was het weer veel mooier en kon ik wat foto’s van de buitenkant maken. De volgende dag ging ik verder richting zuid. Deze dag was zonnig en via een Route Champagne kwam ik via leuke kleine plaatsjes uit in Sezanne. Een dag later zag ik nog steeds van die Route Champagne borden. Of ze staan daar overal, of ze hebben mijn smaak als het gaat om mooie weggetjes.
Langs de Seine kwam ik in Troyes. Hier was ik ook al eens geweest en veel was nog herkenbaar. De oude vakwerk-huizen stonden er nog en de steegjes waren nog even smal. Het is goed te merken dat deze stad banden heeft met Alkmaar, her en der kwam ik vertrouwde fietsenrekken tegen.
Zondag 18 mei was betrokken maar droog. Via de TV begreep ik dat er een zootje rot weer aan kwam en ik probeerde dat te ontfietsen door naar het zuid-oosten te gaan. Dit bleek een heel mooi fiets-gebied te zijn, waar ik wederom van die Champagne borden zag. Ik had mijn zinnen gezet op Chaumont en dat lukte maar net. 2km voor die stad, bij dit spoorweg-viaduct begon het enorm te regenen. De volgende morgen begon met veel regen en Chaumont nodigde niet uit voor nog een dagje. Op het station zag ik dat er binnen 15 minuten een regionale trein richting Basel vertrok.
Foto’s deel 1 | Verslag deel 2 | Verslag deel 3 met Routekaart