Site-archief
Apr-16: GEK-Nummer
Deze foto nam ik in Aagtdorp, tussen Bergen en Schoorl. Inderdaad een GEK-kenteken. De foto is niet gek genomen, het loopt daar flink af. GE staat voor kreis Gelsenkirchen waar in de K-serie misschien wel 9999 kentekens zijn uitgedeeld. Nederlandstaligen kijken gek op van zo’n nummerplaat, maar in het Duits heeft het geen echte betekenis.
0690-Wupperwurmen
De volgende ochtend begreep ik beter wat de Krefeldfolder bedoelde. Tussen Krefeld en Kierst raasde het van de uitgezette fietsroutes. Het leek wel wat op ons knooppuntensysteem. Naast een grote hoeveelheid bordjes met pijlen, vond ik halverwege maar 1 onduidelijk overzichtsbord dat alle locale rondjes aangaf. Daar had ik niet veel aan, want ik wilde rechtdoor naar Kierst.
Ik volgde dus de gewone fietswegwijzers en die verwezen me via een setje zeer aantrekkelijke paden en stille landweggetjes naar Kierst. Ik stuurde op die plaats af omdat daar een veerpont over de Rijn gaat. Veerponten hebben een groot voordeel ten opzichte van bruggen. Per pontje gaan maar enkele (soms zelfs geen) auto’s mee en de wegen naar en van zo’n pont zijn dan ook heerlijk rustig.
De pont zette me in Kaiserswerth af, een fraai stadje dat opgslokt is door grote broer Düsseldorf. De onwerkelijke rust die tussen Krefeld en de Rijn had, was nu voorbij. Zo fietste ik eerst onder een drukke landingsroute door via Ratingen naar Wülrath. Op de kaart leken dit rustige weggetjes, maar in de praktijk viel het tegen.
Gelukkig was er halverwege een opstopping. Een tankwagen lag dwars over de weg en auto’s konden er niet meer langs. Heerlijk rustig dat stilstaande blik. Zelf reed ik de zooi zonder enig oponthoud voorbij, ondanks dat de vrachtwagen ook op het fietspad lag.
De volgende stad, die al jaren op m’n ellelannge lijst staat, was Wuppertal. Hun bezienswaardigheid heb ik geprobeerd vast te leggen in het setje foto’s hieronder. (Voor degene die het nog niet wisten, de foto’s openen groter als je er op klikt.)
De 15km lange ‘Zweefbaan’ over de Wupper is uniek, vooral als je bedenkt dat ie al in 1900 aangelegd is. Die bontgekleurde wurmen zijn een stuk geruislozer dan de trams van Krefeld. Ik heb die baan vrijwel geheel gevolgd. Dat kon via een drukke weg die ook deels langs en over de Wupper gaat. Grote stukken heb ik op een iets ruimere afstand gevolgd door de wandelstraten van hun langgerekte centrum.
Als techneut vond ik dit echt bezienswaardig. Toch heb ik niet meegezwoven. Meefietsen vond ik leuker en ik had geen zin om mijn fiets met bagage langdurig uit het oog te verliezen. Daarnaast heb ik wat last van hoogtevrees. Al met al heb ik een paar uur in deze stad rondgehangen.
Wikpedia Schwebebahn en Olifant Tuffi |Begin met Kaart | Vervolg
0717-Hagen
Wie de foto’s van Wuppertal beter bekeken heeft, zag dat het daar somber weer was. Alleen in de ochtend kwam er nog af en toe een zonnestraaltje, maar daar bleef het bij. Ik had overigens niet te klagen want het was droog en de temperatuur was met 20 graden zeer behagelijk.
Op de landkaart zag ik dat het Ruhrgebiet bij Ennepetal (waar ik inmiddels was) eindigde als ik van daar naar het zuid-oosten zou fietsen. Ik had dan ook de plaats Lüdenscheid op het oog. Probleem was dat daar toevallig achter mij om een zeer zware stortbui naartoe dreef. Ik zou dus doornat worden en besloot eerst maar eens in Ennepetal te kijken naar een hotel.
Dat viel wat tegen en daarom fietste ik door naar Hagen, een plaats die groter is. Hagen ligt overigens ook op de rand van het Ruhrgebiet. Na een flinke interne rit vond ik hun centrum dat uit een groot onpersoonlijk plein bestond. Daar was ook een teveelsterrig hotel.
Iets noordelijker had Hagen een stadsdeel rond haar treinstation. Uit ervaring weet ik dat daar vaak de eenvoudigere hotels te vinden zijn. Ik vond er 1 en die had ook nog altijd 1 ster teveel. Dus werd het tijd om daar eens wat ‘Auskunft’ te vragen. Er zat een man achter de balie die me meteen begreep. Hij vertelde wat ik al wist; dat ook dit een bedrijvenstad en geen touristenstad was. Naast beide bussiness hotels was er geen andere accomodatie.
Maar het leuke was dat ie wel een 4-tal kamers had voor figuren zoals ik. De prijs viel me mee en de ‘malle’ kamer ook. Op de 3de verdieping had ik een langgerekte kamer die ik door de badkamer (geen bad, wel douche en WC) betrad. Achter een glazen deur zat een slaapdeel dat naast het normale 1 persoonsbed niet meer dan 1 meter ruimte bood. Daarachter stond een schrijftafeltje met wat telefoongedoe, en als ik daar naar links een deur opende had ik nog een leuk balkonnetje. Deze pijpenla was dus duidelijk geen standaard kamer.
Het bed was prima, geen last van verkeerslawaai, de douche netjes en er lagen voldoende handoeken. Een minibar was er niet, wel een föhn en TV. Naar mijn ervaring een prima 1,5 sterrenkamer, waar ik mijn fietskleren weer eens flink wastte. Dat spul droogt snel en dan is zo’n balkon erg handig. Als het niet droog werd kon ik de volgende ochtend altijd nog de föhn gebruiken.
Na de was en mijn eigen douchen was het inmiddels goed donker geworden. Niet alleen omdat het avond was, maar ook omdat er een stortbui naar beneden kwam. Ik was dus mooi op tijd gestopt. Gewapend met plu, vond ik vlakbij een leuk en lekker Grieks restaurant. En voor het eerst keek ik wat uitgebreider TV op de kamer. Maar net als deze stad kon ook dat me weinig boeien.
De volgende ochtend deelde de man achter de balie in de ontbijtzaal de lakens uit. Ik begreep dat ik de manager achter de balie had getroffen. En het werd me duidelijk waarom ik mijn fiets zonder problemen in een mooie vergaderzaal kon laten overnachten. Aan de drukte te zien was het redelijk grote hotel voor hooguit 20% ‘vol’. Als het weer de vorige avond beter was geweest, dan had ik met de weglooptruc nog zeker 10 euro van de kamerprijs gekregen.