Okt-30: De Krakers

Deze keer een totaal ander blogbericht, namelijk mijn eerste boekbespreking en ode aan de maker van dat boek. En dat is uniek, de eerste keer, en een kans op een 2de keer voorzie ik niet. Mensen die mij wat beter kennen weten dat ik geen lezer ben, behalve dan de regionale krant en teletext. Als beelddenker is lezen voor mij zeker geen ontspanning.

Ik had dit verhaal al langere tijd in mijn hoofd. Heb er in de afgelopen jaren zelfs wat foto’s voor gemaakt die onderaan staan. Sterker nog ik heb zelfs mijn best gedaan om het boek op de kop te tikken. Ik had het wel gelezen, maar dat was lang terug en ik wilde zelf een exemplaar hebben om te zien of mijn herinneringen aan dat boek na zoveel jaren nog redelijk in tact waren.

En inderdaad, mijn fantasie was er niet mee op de loop gegaan. Zelf denk ik dat ik het de eerste keer rond 1970 heb gelezen, in stukjes op de achterste 3 pagina’s van De Donald Duck. Het boek dat ik dus na flink zoeken op de markt vond is gedrukt in 1978. Daarin wordt vermeld dat het eerder als serie in de Donald Duck is verschenen.

Marten Toonder, want over die Nederlandse grootheid heb ik het natuurlijk, zal dit boek gemaakt hebben naar aanleiding van de kraakbeweging in Nederland. Mensen/jongeren die het niet eens waren met de woningleegstand versus de woningnood. Hij heeft nog zo’n boek gemaakt over de beatjeugd met een titel als De Jakker-Jekker; langharige jongeren op brommers en met zwarte jacks aan. Aan de overige 10 heb ik weinig herinneringen.

Dit Tom Poesboek ‘De Krakers’ vind je niet terug in de grote serie pockets die gemaakt zijn van de Tom Poes-verhalen in de NRC en regionale kranten. Nog steeds kan je die als pockets in de gewone boekhandel treffen en er zijn zeer veel van in omloop gebracht. Dergelijke pocketboeken ‘mogen’, omdat maar de (bovenste) helft uit (prachtige) plaatjes bestaat en de onderste helft een aaneengesloten text is. Sommigen zien dit dan ook als literatuur. Ik ga dat niet ontkennen, ook die pocket-boeken zijn het lezen waard. En het zijn zo ongeveer de enige ‘boeken’ die ik graag las. Goede onderwerpen en een verrassende visie van de schrijver. Een groot deel daarvan is enkele jaren terug als hoorspel op de radio uitgezonden en hier te beluisteren.

Ik moest even wennen aan dat hoorspel, maar vond het uiteindelijk stukken beter dan de speelfilm die ooit van wat boeken is gemaakt en waarin Bommel nota bene een liedje zingt. Achteraf was Marten Toonder daar ook niet blij mee. Dwz tot op hoge leeftijd kwam ie af en toe voorbij in programma’s als ‘Met het oog op morgen’. En zelfs de titel van dat programma past precies in de grote serie titels van de Tom Poes-verhalen. Mogelijk was de bedenker net als ik ooit een Donald Duck-lezer of las hij de verhalen in de NRC.

Het is dus jammer dat ‘De Krakers’ nooit het hoorspel heeft gehaald. Dat is ook lastiger, een stripboek is moeilijker om te zetten naar zoiets. En mogelijk heeft het er ook mee te maken dat een stripboek nog altijd als minder wordt gezien. En als het om dit stripboek gaat, dan ben ik het daar volledig mee oneens.

Het verhaal is vrij simpel.
Op een dag ziet Olivier B Bommel een mannetje uit een meertje kruipen. Een klein groen mannetje dat naar beneden het meer in wordt getrokken. Bommel en Tom Poes helpen het mannetje uit het water. Hij is vrij jong en op de vlucht voor zijn onderwijzer. Vervolgens lopen ze naar de auto (de oude schicht) en valt het oog van het groene jochie op de nummerplaat. Van plezier slaakt ie een kreet: ‘Ha een hoog nummer, dat mag ik kraken hè?’ Zelf loopt het jochie rond met nummer 42 op z’n buik.

Natuurlijk mag dat niet van Bommel, maar dat wacht de knaap niet af. Kreten richting auto als ‘Schrotschrawiel’, Dwarsknarser’ en ‘Kravot’ doen de oude schicht compleet instorten. Bommel en Tom Poes weten niet wat ze met de knaap aanmoeten. Nou ja, Bommel wel, want die ziet het als taak om zo’n jongen op te voeden. Dit rommelt nog wat verder en steeds vraagt het jochie naar iemand zijn nummer. Dat wordt niet echt begrepen. Zo wil de Markies de Canteclaer (de adelijke buurman van Bommel) een stukje muziek op zijn stradivarius ten gehore brengen. Na het nummergezeur zegt de Markies dat het opus 80 betreft. Kortom hoger dan de 42 en de knaap kraakt er naar hartelust op los en woorden als ‘Knarsbalk’ en ‘Rilsnerper’ breken de viool in tweeën.

Bommel krijgt er van de Markies van langs, die Bommel een grote nul noemt. Op dat moment begint het jochie te sidderen voor Bommel. Maar daarna was de ellende nog niet over hij kraakte alles wat los en vast zat en grote delen van slot Bommelstein veranderden zo in puin. Het jochie begrijpt wel dat ie niet in de wereld van Bommel past en gaat terug naar het meertje. Bommel denkt dat de knaap zichzelf gaat verdrinken en bij de reddingspoging belanden Bommel en Tom Poes ook in het meertje, waarin ze gewoon adem kunnen halen.

En nu komen zij met een compleet andere wereld in aanraking. Iedereen draagt hier een nummer en alleen zij niet. En dat geeft natuurlijk problemen. Ze zijn daarmee verdacht en ze raken verstrikt in ellende. Ondertussen snappen zij (of beter Tom Poes) het systeem beter. Een laag nummer mag een hoger nummer kraken en mensen zonder nummer staan helemaal onderaan buitenspel en vogelvrij als een soort zigeuners.

De straffen van de politie zijn dan ook simpel. Als iemand zich niet aan de regels houdt, bijvoorbeeld als een hooggenummerde een lager nummer wil kraken, dan moet die persoon dat bekopen met een extra 1 voor je eigen nummer. Daarmee zak je dus flink in rang en veel meer mensen kunnen die figuur dan naar hartelust kraken.

Door al dat gekraak ligt dan ook veel in puin en zie je veel personen met krukken en in verband lopen. Deze maatschappij met duidelijke rangen en standen is erg negatief en je kan er moeiteloos een dictatuur in herkennen. En zoals gebruikelijk is in lange reeksen, moet ook dit stripboek goed aflopen. Dus verzint Tom Poes een list. Achter op het jasje van Bommel schildert hij stiekem een enorme grote nul. Tom Poes had deze list bedacht door het incident eerder bij de markies.

Het heeft meteen effect, maar Bommel (die er niet in gekend is) snapt er niets van. Iedere kraker valt knielend ter aarde zodra ze Bommel met die grote nul op zijn rug zien. Ze hadden wel een van De Grote Nul gehoord, maar niemand wist of ie ook echt bestond. En nu dus wel. Ook de nummer 1, die tot dan deze samenleving bestuurde, doet er alles aan om in het gevlij van Bommel te komen.

Bommel krijgt de residentie van nummer 1 en knapt via het influisteren van Tom Poes de zaak met wat goede toespraken op. Hij zegt vriendelijke dingen die niemand ooit durfde te zeggen. Aan het eind gedraagt Bommel zich als een verwend kind, niet vreemd in zo’n onaantastbare positie. Door daarbij te stampvoeten en zelfs kraakwoorden te gebruiken zakt hij door de vloer. Daaronder zit een gangenstelsel en dat brengt Tom Poes en Bommel weer boven water.

Fabels
Het mooie is dat dit dus een stripverhaal voor kinderen is. Marten Toonder heeft tot het eind van zijn leven beweerd dat zijn verhalen niet zoveel voorstelden; hij hield gewoon van verhalen verzinnen en heeft daar zijn brood mee verdient. En ik vind dat onzin, een fabeltje. Al zijn boeken staan vol me sociale misstanden, die hij via dier-figuren uitbeelt. Een journalist in de vorm van een rat, een keiharde ondernemer als krokodil, agenten als volgzame honden, enz.

En ook deze kinderstrip laat mooi een maatschappij zien waar alles om posities gaat en hij betrekt er zelfs de religies (met opperwezen) bij. En zo’n verhaal blijft zeker hangen en zet je later aan het denken. Anders had ik dit bericht ook niet geschreven. Mijn ouders die in die tijd behoorlijk kerkelijk waren lazen zelf stukjes in de Donald Duck. En mijn moeder heeft er ook voor mij en mijn broers uit voorgelezen, waaronder dus Tom Poes. Daarbij hebben mijn ouders hebben zich nooit gestoord aan dit verhaal. Sterker nog ik ken geen mensen die zich er wel aan stoorden. Toonder wist dus op een slimme manier kinderen te bereiken zonder dat de ouders het in de gaten hadden.

Nu ik het weer gelezen heb zie ik er ook de migratieproblematiek in. Dat van het klaverjas-kraken schoot me op de MTS te binnen. Daar leerde ik klaverjassen met kraken. Verder heb ik de indruk dat bijvoorbeeld Van Kooten en de Bie en heel veel andere andersdenkenden door de verhalen van Marten Toonder beïnvloed zijn. Mogelijk is dit zelfs een verklaring waarom Nederland rond de ’80 en ’90-er jaren toleranter was dan de meeste andere landen en dat die tolerantie daarna ingezakt is toen zijn dagelijkse verhalen uit de kranten verdwenen.

Bouwkunst
Iets heel anders is het effect dat dit stripverhaal op de architectuur heeft gehad. Ik nam dat rond 1985 waar. Mijn vader lag toen in het AMC en als klein uitstapje hebben we het nieuwe NMB-gebouw (later ING-bank) bekeken. Ik heb daar 26 jaar oude foto’s van, die ik op moet zoeken en inscannen. Ik heb voor de makkelijkere weg gekozen en een stukje streetview gepikt:

Naar mijn idee heeft de architect zeker dit stripverhaal gelezen en vooral goed bekeken.

Die schots-en-scheef-bouw is daarna op nog veel meer plaatsen toegepast, zoals bij de DSB-kantoren in Wognum, het gemeentehuis van Wormer:

en dit sportgebouw bij de trainingsvelden van AZ (zal ook wel met Scheringa van doen hebben) hier in Alkmaar:

De meest optimale vorm is een jaar of 8 terug toepast in Hoorn. Niet alleen schots en scheef, maar het storte zelfs bij de bouw in. Zoiets zie ik als ode aan dit stripverhaal.

Dat daarna nog een flinke wijk in Heemskerk in deze stijl is gebouwd gaat me wat te ver:

Nog even en alles in Nerderland komt er zo uit te zien als in dit Tom Poes-verhaal.

Tot slot
mag het daarmee duidelijk zijn dat ik Marten Toonder als gerespectreerde dwarsverbinder aan de lijst van Mack ga toevoegen. Ongelooflijk dat DWDD deze man over het hoofd heeft gezien. Hij deed schijnbaar onopvallend zijn eigen ding, maar wie is er uiteindelijk niet door hem beïnvloed?

Geplaatst op 2011-10-30, in Alkmaar, AZ-matig, Kunstmatig, Overmatig en getagd als , , , , , , , , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. 24 reacties.

  1. Ik was heel druk met wat anders, maar hij staat er hoor!

  2. Een grootheid met een fabelachtig denkraam, die Marten Toonder. Iedereen mocht geloof ik die verhalen. Waarschijnlijk omdat iedereen erin op de hak wordt genomen, zodat er voor iedereen wat bij is. In dat opzicht lijkt het op South Park: niemand wordt gespaard.

    Of hij werkelijke de Nederlandse tolerantie-mentaliteit heeft bepaald? Dat vind ik wel erg ver gaan. Hij is in ieder geval een unieke man. Speelt in dezelfde liga als Annie M.G. Schmidt. Echte Nederlandse helden.

    Dus je leest toch boeken!

  3. tikfoutje:
    “Als iemand zich niet aan de regels houdt, bijvoorbeeld als laaggenummerde een hoger nummer wil kraken”
    (lagere nummer mogen juist hogere nummers kraken)

  4. @Bob: Er zullen nog wel meer foutjes in staan. Deze heb ik aangepast.

    Natuurlijk overdrijf ik een beetje. Maar sinds Toonder gestopt is lijkt het bergaf te gaan qua tolerantie.

  5. Ik heb me ook altijd kostelijk aan deze verhalen van Maarten Toonder overgegeven. Vooral de gebruikte uitdrukkingen waren af en toe heel ludiek, bij deze heer van stand…

  6. Prachtig beschreven. Ik zou bijna willen zeggen dat Toonder verplichte leeskunst moet worden. Maar mijn Sofinummer is nogal hoog ….
    Vriendelijke groet

  7. Je hebt jezelf overtroffen, Xiwel, een mooie beschouwing! Ik denk inderdaad dat Toonder een van de grote taal- en denkvormers van Nederland is geweest.

    Kleine correctie: dat grote gebouw in de Bijlmer is de ING (ex Middenstandsbank), dus niet de AMRO Bank, die staat iets verderop. Ik heb een tijdlang tussen de beide banken gewoond, dus ik weet het. De AMRO-bank is een anticlimax: een kille kolos in badkamerstijl.

    Ik heb altijd gehoord dat het ING-gebouw vooral geïnspireerd is door de anthroposofie van Rudolf Steiner. Het zou mij niet verbazen als ook Toonder daaraan geroken heeft.

  8. @Emigrant: Het is aangepast. Een grote misser mijnerzijds. Ik had destijds mijn bankrekening bij de NMB en later verscheen dit gebouw op hun pasjes van de ING-bank. Het bankgebouw van de ABN-Amro (waar ik nu mijn bankrekening heb) was juist vreselijk saai. MIjn overstap had niets te maken met hun hoofdgebouwen in Amsterdam-ZO, maar met het veranderende beleid van de NMB. Toen later de postbank er bij kwam werd het nog een stuk beroerder.

    Hier nog een link van het Goethe-gebouw van Steiner in Dornach (CH).

  9. Dat hele DSB-drama had prachtig in een verhaal van Marten Toonder gepast (of bestaat het al, ‘De Bovenbazen’?)

  10. Ik heb ook altijd gehoord dat het ING-gebouw beïnvloed is door antroposofie.
    In Amsterdam Buitenveldert staat op de hoek A.J.Ernststraat/Buitenveldertselaan een antroposofisch gebouw dat ouder is dan dat ING gebouw.
    Dat gebouw in Buitenveldert is denk ik gebouwd in de zeventigerjaren.
    Je zult het vast met streetview wel kunnen vinden.

    Ik heb dichtbij dat gebouw in Buitenveldert gewoond, en veel later ook dichtbij dat ING-kantoor, in de Venserpolder.

  11. @TRijntje: Gevonden, maar nog niet de bouwdatum.

    Dat deed me meteen denken aan deze aparte kerk die we hier in Alkmaar-Noord hebben. Hangt er tegenaan en wat meer in de richting van Gaudi.

  12. Prachtig verhaal. Ik ga eens kijken of ik het kan bemachtigen.
    Mijn vader las ons vroeger voor uit de Donald Duck. Wij woonden in Afrika en hadden de leesmap met Nederlandse bladen, waaronder de DD. Mijn vader zelf was gek op de Tom Poes verhalen achterop de DD. Dat was eind jaren 50, begin jaren zestig, ik denk dat dit verhaal toen nog niet bestond, maar hij had het vast prachtig gevonden. Vooral die namen, Schrotschrawiel’, Dwarsknarser’ en ‘Kravot’. Hij bedacht graag zelf ook zulke woorden.
    Overigens, in Groningen (stad) staat ook zo’n prachtig gebouw, een ABN gebouw dacht ik, langs de rondweg.

  13. Die laatste foto van de huizen doen inderdaad erg antroposofisch aan.

    (Sorry dat ik weer met verschillende petten op reageer…)

  14. @Laurent: Wat dat betreft zou ik nog eens over Scheringa en de DSB moeten bloggen. Scheringa zelf is opgeklommen van een agent (wel een hond, maar niet zo’n buldogtype als Bulle Bas), via een soort managerachtig type (Slagslager, een iets slimmere hond) naar een soort bovenbaas (krokodil, olifant of ander groot dier), waarbij die laaste stap niet echt gelukt is. Zijn bouwactiviteiten lenen zich ook voor wat logs, zoals het grote onafgemaakte museum in Opmeer. Zijn inbreng bij AZ met Van Gaal (Beierse herder in lederhose). En dat ie een glibber als Zalm (het beste getekend als Zalm) zijn zaakjes op liet knappen maakte van zijn geschiedenis 1 groot Tom Poes verhaal, waarbij de verzonnen listen tot nu toe op niets uitdraaiden. :-)

  15. @ximaar; ik heb nu gevonden dat het gebouwtje in Buitenveldert ( het is echt vrij klein) de Andrieskerk is, in gebruik genomen in 1971.
    Het is te vinden op relikwi:
    http://reliwiki.nl/index.php?title=Amsterdam%2C_Arent_JErnststraat_869_-_Andreaskerk

  16. In Groningen is het hoofdkantoor van de Gasunie gebouwd in deze stijl.

  17. Ik ben overigens geen beelddenker, wel een verwoed lezer.
    Ik heb, misschien daarom, nooit zoveel gehad met stripboeken.
    Ik vind je verslag over dit stripboek fascinerend, en ik weet dat ik nooit zoveel uit een stripboek zou halen.
    Complimenten!

  18. @Trijntje: Die kerk in Amsterdam is dus vrijwel uit de tijd van dit stripboek. Dwz de echte tekendatum moet ik nog eens nazoeken. Van de normale Tom Poesstrips, die in de krant verschenen, was dat veel eeenvoudiger. Elke 3 plaatjes hadden een apart nummer en die zijn in lijsten aan een datum te koppelen. Als ik de verschijningsdatum in de Donald Duck weet, dan weet ik nog steeds niet of dit verhaal daarvoor nog een tijd op de plank heeft gelegen eer de Donald Duck er plaats voor had.

    Dat gebouw in Groningen en het DSB-kantoor in Wognum (thans gemeentehuis van Medemblik) keur ik af. Daar zitten hoofdzakelijk gewone rechte ramen in, wat niet aansluit op de kraakbouw uit dit stripalbum. :-)

    Trouwens wel aardig om te zien dat er diverse Nederlandse architecten op deze manier ontworpen hebben. Was bang dat alles te herleiden was tot maar 1 archict(enbureau).

  19. Staat het niet op Wiki, wanneer een bepaald verhaal geschreven is?

  20. Je hebt een mooi stukje werk geleverd met deze log.
    Mijn moeder, broer en een paar grote zussen waren idolaat van Bommel, ze vonden Toonder een kunstenaar, juist door zijn overduidelijk maatschappelijke en sociale toespelingen en uitgekiende uitbeeldingen.
    Ik vond er niets aan, als kind had ik al geen geduld met domme snoevers (zoals ik Bommel zag, ik vond hem geen haar beter dan de markies) en later ging de betrokkenheid van zijn verhalen me vervelen. Kwestie van smaak die ieder eigen is:-)
    Jouw kijk op zijn invloed vind ik interessant en de gebouwen een eyeopener.
    Mack trouwens ook, ik kende deze weblog niet.

  21. @Margo: Vond wel een wiki, maar zonder exacte data. Er stond echter wel dat het laatste stripverhaal in die reeks in de Donald Duck tot augustus 1969 was. Daarmee denk ik dat de kans groot is dat het veschijnen in de DD1969 betrof of hooguit een jaar eerder. Dat zegt nog niet alles over de datum van het maken, die wel in elk geval voor 1969 was.

  22. @Bertie: Dat was nou juist de lol. Bommel dorst nix, pakte alles enorm verkeerd aan en zwamde zichzelf voortdurend in de problemen. En als het te gek werd, dan mocht Tom Poes dat oplossen en probeerde Bommel alsnog met de eer te strijken. Tegenwoordig zou je ook nog eens met Jert Kolder zeggen: De Markies was oud geld en Bommel was nieuw geld. Tussen die 2 zat van meet af aan wrevel omdat niet duidelijk was hoe Bommel rijk was geworden. Bommel zou je op dat punt zelfs kunnen vergelijken met Scheringa.

  23. Bommel had alles van zijn goede vader geërfd. Hij heeft er beslist zelf geen poot voor uitgestoken.

Reaxi - Mailadres hoeft niet. Zie: Ximaar?! ↑↑