Site-archief

Feb-08: Oost-Bretagne

Op zondag 22 september was de kroeg aan de naast de achteringang van het hotel dicht, dus besloot ik eerst een klein stukje naar Rennes te fietsen en daar wat te eten. Rennes was inderdaad dichtbij en een broodjesbar had ik snel gevonden. Vervolgens fietste ik daarmee door naat het station en trok daar nog een beker koffie uit een automaat.

M’n idee was om weer een stuk te treinen. Deze keer zeker niet vanwege het slechte weer, maar vanwege een een vrijwilligersfeestje dat over een dag of 7 in De Rijp plaats zou vinden. Ik zou dat zeker niet op de fiets halen, dus moest er een stuk worden overgeslagen met de trein. In Rennes werd dat niets. Stom dat ik het ook deze keer op een zondag bedacht als er veel minder treinen rijden. Van hier gingen ze naar Brest, wat kleinere plaatsen in de buurt en wederom vooral naar Parijs. Frankrijk heeft duidelijk een sternet.

Eigenlijk was er maar 1 trein die me aanstond en die ging 1x daags naar Rouen. Het duurde nog een uur of 4 en dan ging ie ‘al’. Dus besloot ik eerst maar eens het centrum te bewonderen. Uiteindelijk vond ik een aardig stukje, maar ik was deze vakantie duidelijk teveel verwend geraakt en heb er geen enkele foto genomen. Door de stad heen vond ik aan de noordzijde een bankje bij een kanaal en at daar het laatste stuk van m’n stokbrood op en bedacht of ik moest wachten op de trein of dat ik al een stuk met het spoor mee zou fietsen richting Liseux waar die trein naar Rouen ook langs zou gaan.
Lees de rest van dit bericht

Feb-06: Châteaubriant

Op zaterdag 21 september vond ik in Angers geen PMU, maar een soort bakkertje met koffieplek, die ook broodjes verkocht. Trouwens ook zelfgemaakte chocolaatjes. Het was een redelijk luxe zaakje met wat tafeltjes beneden en boven. Beneden was voldoende plek, ze verkochten de door mij gewenste goed belegde 1/3de stokbroden en kon goed leven met deze oplossing. Er zal wel kaas of paté op hebben gezeten, omdat ik ham minder vertrouw en jam juist de reden is om niet in een hotel te ontbijten.

Niet veel later ging ik toch eens kijken of Angers nog iets bezienswaardigs had. De afgelopen avond was me dat niet opgevallen. Nu wel. Van het bakkertje was het nog maar een paar honderd meter naar de Maine en toen ik die een halve kilometer stroomafwaarts volgde zag ik de eerste toren van het kasteel, waarover ik een dag eerder al schreef. Ik fietste er op een handige manier omheen en was meer dan onder de indruk. Bij de bouw waren de torens duidelijk in de aanbieding, iets van 17 halen en maar 10 betalen. Ik heb veel burchten gezien, maar nimmer zo’n hoge torendichtheid meegemaakt. En het waren geen misselijke exemplaren, met elk een diameter van circa 13 meter en een gemiddelde hoogte van 30 meter. Koning René liet zich destijds goed verdedigen.

Het werd overigens een dag met prachtig fietsweer, 24 graden met erg veel zon en vrijwel geen wind. Ik heb dus nog wel even door het de smalle straatjes in het oude deel geslenterd en de kathedraal bekeken, maar daarna wilde ik toch graag verder fietsen. Daarbij had ik een reisdoel in Châteaubriant bedacht. Lees de rest van dit bericht

TourFiets-verslagje 1999 deel-2

Op dit eiland is het prima (links) fietsen, ze hebben goede wegen. Gekgenoeg kreeg ik er wel een lekke band. Deze foto maakte ik aan de Noordkant. Na 60 km was ik het eiland rond en ging ik met een snellere veerboot naar Saint-Malo. Deze Bretonse plaats is best aardig, maar Mont-Saint-Michel is echt unique. Doordat ik hier op een vreemd tijdstip aankwam had ik geen last van de vele touristen die later op de dag kwamen. Vandaar ben ik meer naar het binnenland van Frankrijk getrokken en kwam ik door Le Mans, die een mooie oude binnenstad heeft. Ook overnachtte ik nog in Amboise. (Later hoorde ik dat Leonardo Da Vinci hier zijn laatste jaren doorgebracht heeft.)

Vanaf Amboise had ik, via Tours, een kastelen-route langs de Loire te pakken. Een prima fietsweg met een fraai uitzicht. Na Chinon, Loudun, Parthenay en Rochefort kwam ik midden in een moeras-gebied deze citadel Brouage tegen. Voor een fietser een doorgaande weg, voor het overige verkeer niet. Via een lange vlakke brug kwam ik op Oleron. Daar was nog zo’n citadel, maar minder mooi. Met dezelfde 5km lange brug ging ik weer terug. Door de harde Biskaaise wind ging ik nu 50km/h, heen was het maar iets van 13. Bij Royan kon ik met deze Pont naar de Medoc oversteken. Het was een vreemd veer, waarbij van de zijkanten geladen werd. Dat ging behoorlijk vlot.

In de Medoc kwam ik nog een groep Amerikanen tegen die hier per fiets een paar kasteeltjes bekeken. Het waren grappige maar vooral kitserige optrekjes. Bij Blaye veerde ik nog maar eens en trof ik daar alweer een citadel aan. In Cadillac werd ik ingehaald door een caravaan old-timers. Rond Castlejaloux trof ik nog een flink bosgebied. Een half jaar later zou dit voor 95% omwaaien. Was ik even mooi op tijd! In deze omgeving kwam ik door wat schilderachtige plaatsjes als Barbaste, Condom en Auch. En voor ik het wist fietste ik met de Garône mee de Pyreneeën in.

deel 1 | deel 2 | deel 3 (met kaart) | aanvulling 2016