Feb-13: 9 Naar Hannover
Inmiddels was het op 21 september 2011 wederom herfst geworden. Aan het weer was het niet te merken, hooguit een beetje grauwer. Eerst nog even het ontbijt genoten. Dat kon je in dit pension separaat bestellen, en zat dus niet in de kamerprijs. Maar voor 5 euro vind ik het wel makkelijk. Het was in een kleine huiskamer met oude lampenradio. Daar was ik de enige. De rest van de pensionklanten zitten er langer en regelden zelf hun ontbijt.
Ik had bedacht om vandaag de trein te nemen. De reden is dat ik niet naar het oosten wilde, daar was ik al eens geweest. Voor het zuiden was het eigenlijk niet anders en alleen richting Berlijn bleef zo ongeveer over. En ook daar had ik geen zin in. Dus wilde ik per trein naar Dresden of Hannover. Bij Dresden wil ik nog altijd een stuk langs de Elbe fietsen en bij Hannover leek de minder bekende Leine me wel wat. Eigenlijk had ik de keuze al gemaakt. Daar de Paus in Erfurt was verwachtte ik een te hoge hotelbezetting tot ver in de omgeving daarvan. Het werd dus Hannover.
Op het stationsborden nog gekeken wat er mogelijk was. Er was een trein die over 5 kwartier naar Hamburg vertrok en ook een die over een kwartier vertrok naar het zuiden en vervolgens de eerste 3 stations richting Hamburg deelde. Die nam, ik, dan had ik dat gedeelte maar gehad. En inderdaad, op Hagenow Land kon ik overstappen op een andere trein die richting Hamburg ging. Trouwens een zeer treurig station ver buiten de stad Hagenow wat alleen voor overstappen wordt gebruikt.
In de trein naar Hamburg trof ik een medefietsers, die onderweg was naar Essen. Hij had vakantie gehad in de buurt van Berlijn en had een fiets en een enorme lompe tas bij zicht. Ik denk niet dat ie in berlijn met die tas rondgefietst heeft, dat leek me geen doen. Toen ik met hem aan de praat raakte bleek al snel dat mijn trein-idee Schwerin-Hamburg-Hannover niet zo handig was. Dat kan wel, maar zonder fiets. Heeft te maken met de vele ICE’s tussen Hamburg en Hannover. Dat had de kaartjesautomaat me niet verteld. Zelf had ie een hele lijst met een stuk of 6 overstappen. In deze trein was ie onderweg naar Büchen en vandaar moest ie de trein naar Lüneburg nemen.
Ik bekeek het lijstje en de overstappen waren allemaal vlot, zo’n minuut of 8 per keer. En na 3 overstappen was ik op zijn manier ook in Hannover. Dus treinde ik dat stuk met hem mee. Overigens maar goed ook, hij kon mijn hulp goed gebruiken. Door het gezeul met zijn overmaatse bagage was ie aangewezen op de liften en die haalde ik voor hem op. De 8 minuten die voor mij ruim waren, waren voor hem erg krap. In Uelzen was dat niet anders en daar moesten we van spoor 101 naar spoor 303. Dat viel echter mee, het was maar een gang van 70 meter. Wel een heel leuk versierde gang, die door de versiering nogal krap was.
Ik herkende er het werk van Hundertwasser in. Ook op de perrons was daar her en der wat van te merken. Duidelijk een totaal ander station dan Hagenow Land of wat je elders in Duitsland treft. Veel tijd om het te bekijken was er niet, ook daar stond de trein al klaar en reed een minuut na instappen weg. Het waren allemaal redelijk snelle regiotreinen. Via Hamburg had ik er zeker niet sneller over gedaan. Pas later bedacht ik dat ik het station van Uelzen beter had moeten bekijken door er een trein van een uur later te nemen. Maar mogelijk was dat helemaal niet zo’n goed idee geweest, gezien het slot van deze dag.
Even later treinden we door Eschede waar het grootste treinongeval met een ICE heeft plaatsgevonden. Ik zag het op de kaart en zei het tegen mijn medepassagier. Hij kon het zich moeilijk meer herinneren en herkende de plek niet. Zelf herkende ik de beelden wel, ze waren 10 jaar eerder en daarna vaak genoeg op TV geweest. In Hannover ging hij verder richting Minden en ik stapte uit om verder te fietsen. Daarbij had ik Hannover een jaar terug al bezocht halverwege een andere treinreis. Ik vond het er qua fietsen wel meevallen en zag er nu dus niet zo tegen op. Als ik maar gewoon richting zuid fietste dan was ik snel die stad uit en zou ik wel ergens de Leine en de Leineradweg treffen.
Zo simpel ging dat niet. Net buiten de binnenstad waren er in de buitenwijken toch wel erg veel verkeerslichten. Trouwens ook veel fietsers. En toen ik dat tegen een mede stoplichtwachter opmerkte stelde hij een doorgaand fietspad langs het spoor voor. Inderdaad geen verkeerslichten meer. Alleen bleek het spoor af te buigen en fietste ik niet meer naar het zuiden, maar meer naar het oosten. Dat had ik niet bepaald voor ogen. Richting Braunschweig wonen ook erg veel mensen met erg veel auto’s en erg veel autowegen. Ik maakte dus een haakse bocht naar rechts en kwam na nog wat kilometers eindelijk buiten het zwaar verstedelijkte gebied. Sterker nog, opeens was het zeer landelijk met maar hele kleine dorpjes. Beetje alles of nix daar.
In Algernissen trof ik pas weer een winkeltje, een bakker met koffie en een paar stoeltjes voor de deur. Die kans greep ik aan. Ik had inmiddels 35km gefietst en in de trein had ik alleen wat gedronken. Dus een groot luxe broodje, plakkerig van de suiker en een kan koffie. Eerst maar eens de kaart in mijn bagage opgezocht. Waar was ik? Dat viel erg mee. Ik wilde naar Hildesheim en ging ondanks mijn rondzwerven duidelijk de goede kant op. Even verder stond Hildesheim al op de fietsbordjes. Trouwens ook een mooie route door glooiend en bijna vlak akkerland. Dat was een soort fietsweg, waar de auto’s een dikke kilometer oostelijkere aan parallel reden. Onderweg reed ik over iets heen. Maar bij omkijken viel me alleen een klein zwart dingetje op. Dat kon niet van mij zijn, ik heb geen kleine zwarte dingetje op of aan mijn fiets.
Een kilometer of 5 verder nam ik een prachtige donkere regenwolk waar, waar de zon zo mooi doorheen straalde. Die moest op de foto. Mijn fototoestel zit in de achterzak van m’n fietsshirt, met daarbij nog wat spul als een zakdoek, een portemonee met pasjes, een paspoort en een portemonneetje met kleingeld. En laat ik die van dat kleingeld niet meer voelen. Voor de zekerheid nog even mijn andere tas- em jas-zakken nagelopen, maar daar ook niets. Dan was dat dat kleine zwarte ding waar ik eerder overgefietst was. Die 5km fietste ik weer terug, daarbij goed naar en langs de weg kijkend. Niets meer te vinden. Voor de zekerheid trapte ik nog een paar kilometer door naar het bakkertje, waar ik hem het laatst gebruikt had. Maar ook daar niets gevonden. En maar weer voor de derde keer over dat aardige landweggetje en nog steeds niets.
Dat was dan wel de laatste keer. Zo erg was dat portemonneetje ook niet. Er zal tussen 0,1 en 2 euro aan kleingeld in gezeten hebben en m’n huissleutel. Verder geen adres. Dus lijkt de kans me erg klein dat de vindster of vinder er mijn huis mee gaat openen. Eerder had ik hier over geblogd omdat dit verhaal toch nog een staartje kreeg. Ik fietste in elk geval verder en kwam zo in Hildesheim. Onderweg had ik geen meter van de Leine gezien en ook geen bordjes met Leineradweg. Van Hildesheim had ik meer verwacht. Hun grote kerk is nogal beroemd en dat deed me een fraaier centrum verwachten. Sterker nog het was erg doorsnee Duitse stad. Toch wilde ik er wel overnachten. Ik bijna 70km gefietst en het was al ruim na 18’en.
Ik vond er alleen grotere hotels. Eigenlijk te groot en te zakelijk. Pensions heb ik er niet gezien. Een VVV vond ik er niet, maar op dit tijdstip zou die ook gesloten zijn geweest. Dus bedacht ik informatie in te winnen bij zo’n groot hotel. Zij zouden me wel verder kunnen verwijzen en anders nam ik er (na flink afdingen) een kamer. Dat liep duidelijk anders. De lobby was vol met hangtouristen. Allemaal druk bezig achter hun laptops. De balieman hielp me direct uit de droom. Hij had niets en in heel Hildesheim zou ik niets vinden. Sterker nog tot in Göttingen waren alle hotels overvol door de Hannover Messe. En dat is duidelijk wat anders dan de Heiliger Messe van de Paus, waar ik aanvankelijk bang voor was.
Al die lobbyisten zochten dus naarstig naar onderdak. Hij raadde me aan om zo’n 35 km door te fietsen naar Alsfeld. Dat was touristischer en misschien maakte ik daar nog kans. Inmiddels was het al flink gaan schemeren. Misschien had ik gewoon de trein moeten pakken en verder moeten reizen, maar dat idee kwam toen niet bij me op. Daarbij heb ik ervaring dat ik altijd wel iets vind onderweg. De laatste keer dan dat mislukte was 12 jaar terug in Mont Saint Michel. In Duitsland was het me nog nooit overkomen. Ik fietste maar verder met het idee om vanaf nu elk hotel en pension te checken waar ik maar langskwam.
Bij de eerste 3 ging dat mis. Vol en geen enkel advies. Daarna hield het op. Inmiddels reed ik met licht op aangezien het goed donker was. Duitsland is daarbij veel minder belicht in hun dorpen en langs secundaire wegen. Eigenlijk verwachtte ik niets meer. En ach het was niet koud. Al met al had ik nog maar een dikke 70 km gefietst, daar kon nog wel wat bij. Nog geen kilometer later zag ik een verlicht hotelbord bij een oud klein kerktorentje. Dit soort ken ik; erg luxe en duur. Toch maar even checken voor advies. Dat hoefde niet. Hij had nog 6 van de 12 kamers vrij tegen een zeer normale en zelfs lage prijs.
Het was een Joegoslaaf die een oud klooster omgebouwd had tot hotel. Het had zlefs nog een kloosterfunctie, er onder waren mensen bezig in een kaarsenmakerij. De kamer was groot en behoorlijk luxe. Daarbij had ie ook een groot Joegoslavisch restaurant waar ie waarschijnlijk meer aan verdiende. Ik heb er dan ook goed geslapen en gegeten. Bij aankomst vertelde ik hem dat er in Hildesheim nog een serie mensen in een hotel naarstig naar kamers zochten. Kon ie mooi zijn laatste 5 kamers mee vullen. Maar ondanks dat ik precies opgaf om welk hotel het daar ging heeft ie volgens mij geen gebruik gemaakt van mijn tip. Ik zag na mij geen nieuwe hotelklanten arriveren.
Na het eten toch maar eens gevraagd waar ik hier in hemelsnaam was. Door mijn speuren had ik de laatste kilometers geen plaatsnaamborden meer gezien. Het bleek hier Himmelsthür te heten, wat gewoon een soort buitenwijk (geannexeerd dorp) van Hildesheim is.
Begin | Landkaartje | Vervolg
Geplaatst op 2012-02-13, in Zwerfmatig-11 en getagd als GER-MV, GER-NI, Hagenow, Hannover, Hildesheim, Hundertwasser, Station, Trein. Markeer de permalink als favoriet. 8 reacties.
Goh, ik zat er toch alweer naast, en heb ook nog iemand mee de ondergang in gesleept…
Weer met plezier gelezen!
Sjoerd, hahaha…
Ximaar, het is weer een goed en informatief hoofdstuk van je fietsbijbel.
Een soort gelijke ervaring heb ik (wij) ook een keer gemaakt.
Op weg van Straatsburg naar huis, kwamen we aan in Huy, daar zaten ook alle hotels vol i.v.m. een verbouwing van de energiecentrale.
En dan ga je met het end in de bek opzoek naar een onderkomen.
We vonden ook een pension waar we in de huiskamer konden aanschuiven en mee eten.
Het biertje wat ze serveerden smaakte uitstekend.
Maar wat mij (ons) ook goed is bijgebleven was het zeer slechte te kleine bed,
Dat zijn van die dingen die fietsvakanties zo leuk maken.
@By the way: Ik vond ‘Hemeldeur’ wel een hele toepasselijke overnachtingsplaats voor een desperate zwerffietser. Ik had een kwartier eerder nog bij een pensionnetje aangebeld met het idee een kamer met 5 mensen te moeten delen. Had ik ook prima gevonden. Toen zat ik er idd redelijk door. Maar eigenlijk viel dat daarna wel weer mee toen ik me realiseerde dat het eigenlijk met de temperatuur wel meeviel en ik eigenlijk maar weinig kilometers had gefietst door de halve dag treinen.
En dit bleek dus echt precies wat ik zocht. Budgetprijs. Een trappenhuis zonder vloerbedekking, maar een prima kamer met 2 grote hotelbedden en een keurig schone en nieuwe badzaal met douche. Er was zelfs een TV, die ik in het trappenhuis al uit mijn hoofd had gezet. :-)
Ik lees nu even op hun website en zie dat dat de kloosterkerk boven de grote gezellige eetkelder gewoon nog in bedrijf is. Het is nota bene het de zetel van het Servisch Orthodoxe Bisdom voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Bij binnenkomst heb ik vast nog wel een ‘grap’ gemaakt over de Paus. Met in de gedachte dat het in dit gebouw niet meer kerkelijk was. Pas later zag ik hun kaarsenfabriekje. De paar personen die daar werkten liepen in gewone kleren. De volgende ochtend heb ik alleen rond de eetkelder fraaie reliquien gezien, maar had niet begrepen dat dat bij de kerk erboven hoorde.
Nu ik dit allemaal lees had ik daar ook moeten kijken.
@Bertie: En dan heb ik nog flink lopen inkorten. Ik hou niet van te lange verhalen, maar had ook geen zin om al dat gedoe op die dag over meer berichten te verdelen. Ik ga m’n best doen om de volgende korter te maken.
Joh! Je verhalen zijn prima.
Vervelend zijn de logs die alles drie keer verwoorden in telkens andere zinnen.
Ik heb weer genoten. je bent inmiddels wel weer een stuk zuidelijker.