Dec-20: 1047 Neder-Beieren
Op 19 september begon ik dus met een pistolet-gezond en een grote koffie bij de bistro di cassino. Dat smaakte uitstekend. Bij hoge uitzondering ontbeet ik in m’n fietsbroek. Normaal trek ik m’n fietskleren pas aan na het ontbijt, maar dat leek me deze keer nogal onhandig. Deze zondag begon zonnig, maar akelig koud. Hooguit een graad of 8. Eerst maar even dat andere gehucht bekeken ‘waarbinnen’ het cassino viel. Dat Unterwangenbach stelde ook niets voor en had daarbij geen slaapgelegenheden. Achteraf was de keuze voor Lindkirchen niet verkeerd.
Ik zat nu op een mooi setje landweggetjes langs het riviertje de Abens en kwam weer langs allerlei hoppenvelden. Onderweg weer allemaal bordjes die aangaven dat ik de hoppentour volgde. Zo kwam ik door Train waar een zondagmarkt was, en even later fietste ik op een joekel van een kerk af in Biburg. Biburg bestond eigenlijk alleen maar uit die kerk, die bij een klooster bleek te horen. In Abensberg stak ik op voor een bak koffie met een punt taart. Het was immers zondag. Midden in dat stadje zat ik heerlijk in het zonnetje op een terras van een koffie-Italiaan.
Door de straten slenterden veel touristen en fietstouristen. Ik vroeg me af wat die hier nu zo opeeens zochten. Het stadje was aardig, maar niet overdreven mooi. Dus na een uurtje bruinworden slingerde ik ook een beetje door het dorp een zag toen opeens een fraaie toren, waarin ik de hand van Hundertwasser herkende. Dichterbij gekomen bleek het om een soort pretpark van bierbrouwer te gaan. Het zag er allemaal fraai uit en het was er flink druk met wat touringcars en een paar dozijn ‘Altzeiters’.
Door al die zon was de aarde aardig opgewarmd. Het was nu rond een graad of 19. Vanaf hier verdwaalde ik een beetje en wist desondanks nog wat andere fietstouristen de weg te wijzen. Dagjesmensen die een route volgden en naar Abensberg wilden. ‘Kon dat via die weg?’ Jawel, want ik kwam er via die weg net vandaan. Zelf begreep ik dat ik meer richting oosten moest om in Regensburg te komen. Dus deed ik dat maar. Op de zon was goed te navigeren en zo kwam ik in Saal an der Donau.
Ik was nu in Niederbayern. Alleen bij Passau is dit bondsland nog 30 meter nederiger. Ietsje stroomafwaarts kwam ik een plakette met een setje leeuwen tegen. Van beide waren de scroti geaccentueerd. Dit ‘oranje onder‘ deed me aan het Nederlands elftal denken. Het was even zoeken, maar toen vond ik toch een mooie fietsroute langs de Donau. Op die manier kwam ik bij Matting waar een gierpontje overuren maakte. Het was hier druk met zondagsfietsers. Al meanderend belandde ik dus in Regensburg. Een erg mooie stad die niet voor niets op de werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Ik was hier al een paar keer geweest. De eerste keer was circa 30 jaar terug toen ik in 1 dag van Bamberg naar Regensburg fietste en daar in een jeugdherberg overnachtte. Destijds trof ik de stad op z’n mooist aan. Alle antennes waren van de daken gehaald en overal lag zand en stro op de straten. Ze waren bezig met het maken van een film die zich rond 1500 afspeelde.
Het jaar daarop ben ik weer door Regensburg gefietst van Cham naar Kelheim. Maar toen heb ik de stad niet goed bezocht. Deze keer dus wel. Ik heb er flink rond gedwaald en vroeg me af of ik hier een hotelletje moest zoeken. Uitendelijk werd het een terrastuin op het middeneiland, waar ik een paar Regensburgers met een hap zuurkool verorberde. Ook hier zat het heerlijk, zonder enig verkeer. Het bleek een pleisterplek voor kinderwagenduwers te zijn. Vrouwen, maar ook mannen en daarbij veel kleuters. En net als de rest had ook ik een half litertje bier voor m’n neus staan. Maar wel alcoholvrij.
Een half uurtje later besloot ik de Regen stroomopwaarts te volgen. Daar zal toch ook wel het een en ander aan pensionnetjes te vinden zijn. Zo kwam ik eerst nog langs een oude locomotief die vroeger naar Walhalla boemelde. Dat Walhalla ligt een stukje stroomafwaarts aan de Donau en had ik destijds ook een paar keer bekeken. Nu niet, want de Regen komt uit een andere (noordelijke) richting. En ook langs die rivier valt goed te fietsen, met een mooi uitzicht over rustige landweggetjes. Na een kilometer of 10 had ik nog geen hotelletje gezien. De dorpjes waren allemaal erg klein.
Pas in Regenstauf veranderde dat. Dit was duidelijk een groter dorp en ik trof er een aantal hotels en pensions. Inmiddels was het half zes en had deze dag 90km gefietst. Niet echt veel, maar met de 5km lopen door Regensburg toch wel voldoende beweging. Ik heb nog overwogen om door te fietsen naar Nittenau, maar dat leek me weer net wat teveel van het goede. Ik zocht dus een aardig hotelletje uit en trof nu een kamer met balkon (op het noorden). Mijn fiets mocht in de achterste schuur. Dat nam ik iets te letterlijk. De sleutel die ik meekreeg pastte op alle hangsloten, ook die van een timmerschuur waar ik m’n fiets in parkeerde. En ja, dat was dus de allerachterste. Toen ik de sleutel terugbracht vroeg de baliedame: ‘En pastte die nog tussen al die andere fietsen?’ Zei ik: ‘Welke fietsen?’ Ze vond mijn oplossing ook uitstekend, er werd toch niet getimmerd.
‘S avonds werd het al weer snel kouder. Het dorp stelde achteraf weinig voor. Naast de hotelletjes kon ik geen enkel restaurant vinden. Alleen een ijscafé en een setje kappers. Ik besloot dus maar in het restaurant van het hotelletje te eten. Iets kleins, want ik had onderweg al flink wat naar binnen gewerkt. M’n keuze viel op een dagmenu dat opgebouwd was rond een ‘Reiterknödel’. Een grote luchtige bal van 12 cm in doorsnee die in een plas jus dreef. Ik heb het even nagewikied. Zoiets valt onder de ‘dumplings’, een soort oliebol, maar dan onder water gekookt. Het bestaat uit kleine deeg en aardappel. Duidelijk weer eens wat anders.
Begin | Landkaartje | Vervolg
Geplaatst op 2010-12-20, in Brugmatig, Kunstmatig, Zwerfmatig-10 en getagd als Abensberg, Bier, Boogbrug, Dom, Donau, GER-BY, Hundertwasser, Loc, Regen, Regensburg, Regenstauf, Toren, Trein, Unesco, Veerpont. Markeer de permalink als favoriet. 3 reacties.
mooi dat die locomotief zo goed beschermd staat. En eh ik haat Knodeln…..
Die lokomotief van de Walhallabahn stond er nog geen jaar (zie hier). Vandaar dat het er zo netjes uitzag. Hier nog een wikipagina, waar ook door te klikken is op de Walhalla-hal bij Donaustauf.
Hij is gerestaureerd, hij stond er altijd al. Hij staat trouwens in de buurt van het geweldige wijkje “Stadt am Hof”, waar wij graag een hapje eten.